20 15 VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT. woningen minder aanleiding tot bezwaren geeft. De aard van het nieerendeel der onderverhuringen wijst er op, dat in deze gemeente groote behoefte bestaat aan kleine wonin gen van geringe huurwaarde. Burgemeester en Wethouders hebben aan den dienst op gedragen den in art. 13 der Huuraanzeggingswet bedoelden staat van woningen, in welker bewoning niet op ernstige wijze is voorzien, maandelijks op te maken. De taak wordt aldus opgevat, dat degene, die de beschikking over een leeg staande woning heeft, een waarschuwing krijgt, welke ge legenheid geeft alsnog op korten termijn in de bewoning te voorzien, of aannemelijk te maken, dat de woning spoedig zal worden bewoond. In zeer vele gevallen wordt met deze waarschuwing reeds het beoogde doel bereikt. Is dit niet het geval, dan wordt de woning op den vorenbedoelden staat gebracht. Op deze wijze werden in het verslagjaar 540 woningen behandeld. Hiervan werden er 236 korten tijd na de waar schuwing betrokken. Van deze 236 behooren er 175 tot de soort beneden- en bovenwoningen en etagewoningen, waar van er 142 door huurders werden betrokken. Teu aanzien van 250 woningen, waaronder 135 van de vorengenoemde soort, werd door Burgemeester en Wet houders aan de Huureommissie, overeenkomstig artikel 2 van de Huuraanzeggingswet de toestemming verleend tot het uitbrengen van een exploit houdende de aanzegging om binnen een bepaalden termijn van minstens een maand in de bewoning te voorzien. Ten aanzien van 54 woningen waren bij het einde van het verslagjaar nog onderhandelingen vanwege het Bouw- en Woningtoezicht loopende. Het aantal krachtens art. 8c le lid der Woningnoodwet (eerder krachtens art. 1 der Verordening tegen beperking van de Woongelegenheid) behandelde aanvragen om toe stemming tot het geheel of gedeeltelijk aan hare bestem ming onttrekken van woningen, waarop beschikking werd genomen, bedroeg 300 en betrof 352 woningen. Verdeeld naar de geheele en gedeeltelijke onttrekkingen, naar de ter zake door het College van Burgemeester en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 724