20 23 VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT. de Commissie en den dienst van het Bouw- en Woning toezicht geen tegenstrijdige eischen wonden gesteld. De meeste architecten en bouwondernemers blijken voren genoemde werkwijze te waardeeren en geven hieraan uiting door het aanbieden van beginselaanvragen in den vorm van potloodschetsen. Zij vernemen dan de inzichten van het Bouw- en Woningtoezicht en van de Schoonheidscommissie en kunnen definitieve aanvragen inzenden, waarvan zij bij voorbaat weten, dat op gunstige adviezen mag gerekend worden. De dienst van de Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting verlangt in den regel van aanvragers voor erfpachtsgrond, dat zij omtrent de bouwplannen overeenstemming hebben bereikt met het Bouw- en Woningtoezicht. Omgekeerd wordt dezerzijds aanraking gezocht met den dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting en den dienst der Gemeentewerken en ook met de Brandweer, dén Genees kundigen dienst en de Arbeidsinspectie, indien vermoed kan worden, dat deze diensten belang er bij hebben van bouwaanvragen kennis te nemen. Brieven, verzoekschriften, enz., betreffende het Woning toezicht en de Hinderwet, gaan rechtstreekse!) naar de be trokken afdeelingen, welker leiders gehouden zijn de Directie zoo spoedig mogelijk in kennis te stellen met bij zonderheden, welke het beleid van den dienst raken. Aan eiken ambtenaar is zooveel mogelijk zoodanige werk kring toegewezen, als met diens bekwaamheid, ijver en karakter strookt. Het personeel verricht in het algemeen met ijver en op gewektheid zijn taak en toont zich dankbaar voor de in het afgeloopen jaar plaats gehad hebbende bevorderingen. Het zal op den duur noodig zijn bij vacatures één of twee ambtenaren met middelbaar technische opleiding te ver vangen door ingenieurs, teneinde het algemeen wetenschap pelijk peil van het personeel te verhoogen en den directeur in zijn bemoeiingen te ontlasten. De adviezen betreffende bouwaanvragen en hiuderwet- zaken worden thans aan Burgemeester en Wethouders uit-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 732