24
2
VERSLAG KONINKLIJKE SCHOUWBURG.
schappen op gelijken voet verhuurd, te beginnen met het
speelseizoen 1921/22 kon eindelijk het denkbeeld der Com
missie verwezenlijkt worden, reeds uitvoeriger in vorige
verslagen uiteengezet, den Schouwburg in hoofdzaak aan
één gezelschap te verhuren, hetwelk daarin als het ware haar
vasten zetel had, en werd voor den tijd van laatstgemeld
seizoen aan de N. V. Maatschappij voor Tooneelvoorstel-
lingeu „De Haghespelers”, directeur Eduard Verkade, de
Schouwburg verhuurd voor het geven van tooueelvoorstel-
lingen door een enkelvoudig (d.i. niet doubleerend) gezel
schap, onder bepaalde voorwaarden van financieelen en
anderen aard, (o.a. het verbod om hier ter stede buiten den
Schouwburg voorstellingen te geven), terwijl voorts werd
overeengekomen, dat indien de huurster mocht voldoen aan
de eischen van artistieken en zakelijken aard, die de Com
missie meende te mogen stellen, de huurovereenkomst ge
durende de twee daarop volgende speelseizoenen zou wor
den verlengd.
De overblijvende 3 avonden werden in hoofdzaak als volgt
toegewezen: één aan de Nationale Opera, één aan het Neder-
landsch Tooneel en de derde gelijkelijk verdeeld tusschen
Het Hofstad Tooneel, Het Schouwtooneel en de Tooneel-
vereeniging.
Wat de in het speelseizoen 1920/21 vallende data betreft,
bedroeg de huurprijs f 275,— voor de avondvoorstellingen
op Zaterdagen, Zon- en feestdagen, f 250,voor de overige
avonden, f 200,— voor de matinées op Zon- en feestdagen;
voor de in het speelseizoen 1921/22 vallende data waren de
huurprijzen onderscheidenlijk f 300,—, f 275,en f 200,
Gedurende de zomermaanden werd een huur van f 175,
in rekening gebracht en werden met verschillende onder
brekingen Duitsche Operette-voorsteliingen en eenige Ita-
liaansche Opera-voorstellingen gegeven.
Het totaal aantal voorstellingen in 1921 bedroeg 350.
Wij laten hier volgen een overzicht der voorstellingen
van alle gezelschappen met vermelding van de opgevoerde
werken, de auteurs, enz. Als recette is genomen de op
brengst der verkochte plaatsen na aftrek der Vermakelijk
hedenbelasting. Daar evenwel verschillende gezelschappen
voor een aantal voorstellingen abonnementen hadden uit
gegeven, is bij die gezelschappen de opgave der recette, enz.
niet altijd zuiver. Verwezen wordt naar de aanteekeniug
dienaangaande in den hiervolgenden staat.