4
zijn toepassing vinden, ten dienste van welk gezondheids
belang- eveneens in 1921 een bijzondere regeling getroffen
werd. Aan twee daarvoor in aanmerking komende ver-
eenigingen toch werd, wederom onder het stellen der
noodige voorwaarden, voor de exploitatie eener volledig
geoutilleerde avondpolikliniek een toereikende subsidie
verzekerd, waaraan alsnog een recht tot het instellen van
laboratorinm-onderzoek, benevens van beschikking over
bepaalde medicamenten verbonden werd, doch waartegen
over de beide instellingen de verplichting op zich namen
aan den G.D. alle gewenschte inlichtingen te verschaffen,
zoowel met betrekking tot de gegevens voor de statistiek,
als ten dienste der opsporing van besmettingsbronnen,
mitsgaders van personen, die zich ontijdig aan de behande
ling onttrekken.
Terwijl omtrent deze aangelegenheid nog nader zal wor
den bericht, moge voorloopig de opmerking een plaats vin
den, dat het hier bedoelde opsporingswerk, dat als een der
belangrijkste middelen tot bestrijding valt aan te merken,
de tusschenkomst van den geneesheer met beslistheid
vordert, wil inderdaad ook sukses verzekerd zijn.
Eenigermate, hoewel meer in aanvullend karakter, is
dit alsnog het geval met het toezicht op de exploitatie van
kinderbewaarplaatsen en de verzorging van pleegkinderen
in gezinsverband, waarvoor eveneens in den loop van het
jaar een regeling tot stand kwam. Deze aangelegenheid
bracht den dienst in kontakt met de nieuwe afdeeling der
Kinderpolitie, die hiervoor in eerste instantie werd aan
sprakelijk gesteld.
Behalve met de Politie ten behoeve van diverse, meeren-
deels hygiënisch-sanitaire adviezen zijn ook met andere
diensten de kontakten wezenlijk verbreed.
Bracht in dit verband ons reeds het jaar 1920 de oplos
sing met betrekking tot de verdeeling der plaatsen in de
Gem. Ziekenhuizen en kwam daarbij tevens de definitieve
regeling voor het verstrekken van polikliniseh-specialisti-
sche hulp met inbegrip der nabehandeling tot stand, zoo
mocht in het afgeloopen jaar de G.D. zich in een verster
king van den band met den Schoolartsendienst verheugen,
in zooverre de hulp der schoolzusters waar mogelijk ook
voor hygiënisch-sanitaire verrichtingen buiten het eigen
lijk gebied der school werd toegezegd.
Daarnaast werd door den direkteur van den Ontsmet-
tingsdienst de overname van het vervoer van besmettelijke
zieken in overweging gegeven, welke aangelegenheid na
de beschikking over de nog in 1921 toegestane en sindsdien
ter beschikking gekomen ziekenauto geregeld kon worden
27 VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.