27 6 VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. Organisatie en Kosten. h Terwijl, wat de organisatie betreft, na de in 1920 tot stand gekomen ruimere differentiatie in den opzet van den dienst dit jaar geen wijzigingen van beteekenis te vermel den zijn alleen namen door verhoogd aantal transporten, uitbreiding hygiënisch-sanitaire bemoeienissen, toepassing invaliditeitswet e.d.m. de werkzaamheden, zoowel technisch als administratief duidelijk aan omvang toe zoo mag daarnaast voor een specifikatie van kosten naar het Rap port der Begrooting worden verwezen. Slechts vinde hier de mededeeling een plaats, dat de uit gaven van den dienst over het afgeloopen jaar f 441.164 hebben bedragen tegen f 361.758 in 1920. Dit meerbedrag van f 79.406 is goeddeels afhankelijk van een verhooging der vergoedingen aan de verbonden instellingen van partikulier initiatief zoo voor de beschikking over hulppost-zittingslokalen f 5.000,huisverpleging en zie- kenvoedsel f 9.981,dagverpleging f 14.661,benevens van een verruiming der gelegenheid voor specialistische behandeling f 8.383,alles volgens kontrakt, welke uit gaven overigens de behoeften aan ziekenhuisverpleging ten goede komen; voor het overige tot een bedrag van f 29.664,— van de aanschaffing van twee ambulance-auto- mobielen, de een bij den aanvang, de ander nog vóór het einde des jaars; terwijl de rest ad f 11.717,— ten deele op rekening komt van de hygiënisch-sanitaire afdeeling en voorts verband houdt met toekenning van duurtebijslag aan het dienstdoend personeel. Tegenover dit meerbedrag aan uitgaven staan f 7.203,— meer aan inkomsten, die in totaal f 12.828,— hebben bedra gen, welk meerbedrag hoofdzakelijk afhankelijk is van het toegenomen zieken- en met name krankzinnigenrvervoer. Hieronder bevinden zich f 2.938,10 van de Rijksverzeke- ringsbank voor het verleenen van hulp aan personen, die onder de Ongevallenwet vallen en zijn f 1.709,18 aan den Sehoolartsendienst voor verwarming van het gebouw in rekening gebracht. Opmerking verdient alsnog, dat het bedrag aan inkom sten beduidend grooter zou zijn, wanneer diverse verrich tingen, ten behoeve van andere diensten en instellingen gedaan, in afzonderlijke verrekening werden gesteld. voor Sociale Aangelegenheden, de Heer W. Drees. Als leden bleven werkzaam de Heeren: J. R. Snoeck Henke- mans, C. L. de Koning, A. Harms, W. A. T. de Meester, L. P. Maartens en H. Siebelts.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 844