8 Eerste-hulp verleening. hi Bij de behandeling der verrichtingen van den dienst komt eerst de taak der eerste-hulp verleening aan de orde, omdat deze taak is opgedragen aan de gezamenlijke ge neeskundigen, die als vol ambtenaar beschikbaar zijn en hierbij het karakter van spoed de overheerschende faktor vormt. Hoewel over het algemeen door het publiek thans beter begrepen dan de ervaring aanvankelijk uitwees, blijft deze taak tot de moeilijkste opdrachten te rekenen. De beoor- deeling moet in den regel van uit de verte geschieden en dit vordert een groote mate van beleid, takt en doorzicht van de zijde der personen, met de uitvoering belast. Als in vorige jaarverslagen zijn ook ditmaal de gegevens voor den Uitrukkenden- en den Postendienst afzonderlijk gegroepeerd. De eerstbedoelde hebben uitsluitend betrekking op den Centralen post, verbonden aan het Centraal bureau van den dienst, die voor den Postendienst daarnevens op de Hoofdposten in de Gemeente- en andere ziekenhuizen en op de Hulpposten, tevens Zittinglokaal, gevestigd in de Wijkgebouwen, die krachtens overeenkomst beschikbaar zijn. Uitrukkende dienst. Uitgerukt werd door de genees kundige éénheid geneesheer, verpleger en chauffeur helper overdag in duplo aanwezig: 3328 maal. Hiervan loos alarm of, bij aankomst, de oorzaak opgeheven: 100 maal tegen 97 maal in het jaar te voren. Aantal gevallen, waarbij hulp werd verleend dan wel de dood gekonstateerd3228 of 267 gevallen meer dan in 1920. Verdeeld naar de uren van het etmaal deden zich voor: 784 gevallen in den voormiddag (612), 1249 in den namid dag (12—6), 963 in den avond (6—12), en 232 in den nacht (12—6). Naar geslacht en leeftijd der geholpen personen betrof ne hulpverleening 1513 maal mannen, 1266 maal vrouwen en 449 maal kinderen onder de 12 jaar. De drukste maand was Augustus met 347 gevallen, de kalmste Februari met 214 gevallen. Het aantal gevallen, waarbij de getroffene zich buiten de eigen woning op straat, in de werkplaats, enz. be vond, bedroeg 1809, terwijl in de overige 1419 gevallen hulp in de eigen woning werd verleend. Het aantal ongevallen door straatverkeer bedroeg 542 of 57 meer, dat door bedrijfsarbeid 275 of 16 minder dan in 1920. 27 VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 846