13 De opname vindt plaats in het gesticht Oud-Rosenburg, met welke stichting voor dit doel een overeenkomst is ge troffen, ten ware de omstandigheden een overbrenging naar elders vorderen, hetgeen in het afgeloopen jaar vier maal het geval is geweest. Zij geschiedt als regel via het Centraal Bureau van den dienst, waar in het isoleervertrek gelegenheid bestaat voor een, zij het kortstondige, dan toch meerdere waarborgen gevende observatie. Behandeld zijn 250 gevallen, w.o. 43 recidiven, tegen in totaal 206 in 1920, waarvan 50 door tus'sehenkomst van den E. H. Dienst en de overige 200 op voordracht van diverse geneesheeren, ter stede gevestigd. In 9 gevallen waren geen voldoende termen voor inbewaringstelling aanwezig, ter wijl in 6 gevallen opname volgde in het Gemeente-Zieken- huis aan den Zuidwal. Vandaar zijn 45 gevallen naar het gesticht overgeplaatst, die in de opgave begrepen zijn, zoodat in totaal 235 bevel schriften zijn afgegeven tegen 193 in het voorafgaande jaar. Het scheppen van een ruimere gelegenheid voor obser vatie buiten het eigenlijke gesticht vraagt meer en meer de aandacht. Zieken- en krankzinnigenvervoer. Deze eveneens centraal geregelde bemoeienis van den dienst onderging door meerdere aanvraag wederom een uitbreiding, waaraan thans, dank zij de beschikking over meer auto’s, met minder moeite kon worden voldaan. Het aantal transporten bedroeg in totaal 6756, of gemid deld 18 transporten per dag, waarvan 6296, tegen 4848 in 1920, ten behoeve van zieken en 460, tegen 272 in 1920, ten dienste van krankzinnigen, de eerste in de overgroote meerderheid der gevallen binnen de Gemeente uitgevoerd, de laatste, met inbegrip van de 223 transporten naar het gesticht Oud-Rosenburg, zonder uitzondering daarbuiten, zoo naar Delft, Loosduinen, Oegstgeest en Noord wijkerhout. Gerangschikt naar het gebezigde vervoermiddel vonden plaats: 2025 transporten per ziekenwagen, daartoe door den Ontsmettingsdienst beschikbaar gesteld, tegen 2047 in 1920 en 4731 per ziekenauto van den dienst tegen 3053 in het voorafgaande jaar, terwijl voor enkele transporten de spoortrein moest worden gebezigd. Opvallend is hierbij de vermeerdering van het aantal transporten per auto, welk vervoer bij het grooter worden der afstanden, gevoegd bij de meer intensieve benuttiging van personeel, als het meest ekonomische moet worden beschouwd. VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. *27

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 851