3
9
2
6
1
5
2
9
26
Verrichtingen van hygiënisch-sanitairen aard.
Sterf teverhoudingen.
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
Besmettelijke ziekten.
Voor het houden van breedvoerige epidemiologische be
schouwingen bestaat ditmaal nog minder aanleiding dan
het vorig jaar, daar niet alleen de toestand nog gunstiger
blijkt dan in 1920, maar ook treffende bijzonderheden ont
breken, die eene meer ingaande bespreking noodig maken.
Uit het hieronder volgende staatje van aangiften van die
ziekten, welke zijn genoemd en aangeduid in de Wet van
4 December 1872 en waarbij het jaar 1921 met de beide voor
afgaande jaren vergeleken is, blijkt, dat het verslagjaar
1921 de kroon spant.
Waar het hierbij seffens om meer algemeene verrichtingen
op het gebied der Volksgezondheid gaat, volgen eerst eenige
sterftegegevens. Dienaangaande kan worden opgemerkt,
dat deze den gunstigen roep, die van onze Gemeente uit
gaat, wederom bevestigen. Voor 1921 zijn de cijfers zelfs
zeer gunstig te noemen. De sterfte in haar geheel bedroeg
toch slechts 9.52 per duizend bewoners tegen 10.22 in 1920.
Voor Nederland waren deze cijfers 11.17 en 11.99. Ook de
zuigelingensterfte vertoont beslist gunstige verhoudingen.
Zij beantwoordt aan het cijfer 46.49 tegen 46.48 in 1920. Voor
het Rijk bedroeg deze sterfte resp. 76.14 en 72.84 per duizend.
zijn, wordt uitsluitend verricht op uitnoodiging der Politie.
In het afgeloopen jaar vond zij 49 maal plaats, hetzelfde
aantal als in 1920.
De oorzaak van den dood moest worden toegeschreven:
12 maal aan verdrinking,
gasverstikking,
levenlooze geboorte,
onvoldoende verzorging,
hartverlamming.
doorsnijding halsbloedvaten.
overrij ding.
ophanging,
onbekende oorzaak.
Deze verrrichtingen vormen met inbegrip van de na dit
hoofdstuk te behandelen werkzaamheden een aparte taak
voor den dienst, die meer in het bijzonder zijn karakter van
gezondheidsdienst doet uitkomen.
27 VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.