29 13 VERSLAG KEURINGSDIENST VAN EET- EN DRINKWAREN. Afgeroomde- en karnemelk. Melkpraeparaten. Onderzocht werden 64 monsters afgeroomde melk, met gevolg, dat 4 partijen aan de consumptie werden onttrokken en tegen één wederverkooper proces-verbaal is opgemaakt en wel wegens vervalsching van taptemelk met water. Het onderzoek der karnemelk omvatte 372 monsters, hier van werden 47 partijen als verkeerende in ondeugdelijken toestand afgekeurd, terwijl tegen één slijter proces-verbaal is opgemaakt wegens het verknopen van karnemelk, welke met water was verdund. Het gemiddeld gehalte aan vetvrije droogrest der be monsterde karnemelk bedroeg: 7.81 (tegen 7.85 in 1920). 8. Ruigt, Spijkemakerstraat. Onderzocht werden 7 monsters. Deze inrichting is met de bereiding van gepasteuriseerde melk in den zomer van dit verslagjaar begonnen. Scheikundig voldeed de melk aan de gestelde eischen. Bacteriologisch was de melk totaal onvoldoende, in drie monsters was het aantal bacteriën per c.M.8 meest ontel baar. Tweemaal is de bereider ernstig gewaarschuwd. Tegen het einde van het jaar heeft hij het bedrijf stop gezet. Dit jaar was gelegenheid een aantal melkpraeparaten te onderzoeken. De resultaten daarvan vindt Uw College hier onder aangegeven: 1°. Kindermelk (of zuigelingenmelk). Hieronder wordt gewoonlijk verstaan een product uit koemelk verkregen, dat in samenstelling overeenkomt met moedermelk. Het zijn dus surrogaten voor moedermelk. In den handel werden aangetroffen de kindermelk der fabrieken: Nutricia en Berkendael (thans een onderdeel der melkinrichting „de Sierkan”). Deze surrogaten van moedermelk zijn chemisch onderzocht, ten einde na te gaan, in hoeverre de samenstelling beantwoordde aan die op de aan den kooper verstrekte gebruiksaanwijzing aangegeven. De uitkomsten zijn in een tabel saamgevat.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 894