29A
1.
Personeel en Gebouwen.
2
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.
terwijl volledigheidshalve nog genoemd kan worden,
4. Besluit van 26 September 1921 tot benoeming van een
directeur, een adjunct-directeur en een scheikundige aan
den Keuringsdienst van waren.
6. Besluit van 26 Septemberl24 November 1921 tot vast
stelling van de verordening op het beheer van den Keu
ringsdienst van waren,
7. Besluit van 16 Januari 1922 tot vaststellen van een
verordening op de heffing en invordering van vergoe
dingen voor door den Keuringsdienst van waren bewezen
diensten, welke buiten verband staan met de uitvoering
van de Warenwet.
Al deze besluiten waren een gevolg van de voorschriften,
neergelegd in de Warenwet of in de op deze wet steunende
Koninklijke Besluiten.
5. Besluit van 26 September 1921 tot vaststelling van de
begrooting van den Keuringsdienst van waren voor het
tijdvak 1 October31 December 1921.
In verband met het inwerkingtreden der Warenwet voor
het keuringsgebied ’s-Gravenhage, moest het personeel van
den dienst worden uitgebreid. De uitbreiding van het
laboratoriumpersoneel kon als gevolg van de beschikbare
ruimte niet in die mate plaats hebben als in verband met
de belangrijke uitbreiding der werkzaamheden noodig was.
3. Besluit van 20 Juni 1921, waart)ij ter beschikking van
den keuringsdienst van waren werd gesteld het laborato
rium van den bestaanden gemeentelijken keuringsdienst,
gevestigd Prinsegraeht no. 50 te ’s-Gravenhage, benevens
de daarbij behoorende inventaris en ter uitbreiding van
de bestaande laboratoriumruimte werd aangewezen het
daaraan grenzende perceel Prinsegraeht no. 44, dat zal
worden afgebroken en in den stijl van het tegenwoordige
laboratorium zal worden opgetrokken.