29A
II. Algemeene beschouwingen.
3
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.
Op 1 Januari 1922 waren onder den directeur werkzaam
de volgende ambtenaren:
één adjunct-direeteur,
één scheikundige,
één boekhouder,
drie keurmeesters,
vijf adjunct-keurmeesters,
twee keurmeesters van visch.
twee administratieve ambtenaren A,
één ambtenaar,
één leerling-analist,
twee bedienden.
Aan den dienst werden toegevoegd:
één adjunct-keurmeester,
één laboratorium-bediende,
één leerling-analist,
één schrijver,
één boekhouder.
Op Zaterdag 15 October was de Warenwet voor het ge
bied ’s-Gravenhage in werking getreden en op Woensdag
19 October werden verschillende waren in de tot het ge
bied behoorende kringgemeenten bemonsterd, ten einde op
het laboratorium aan een nader onderzoek te worden
onderworpen. In het tijdvak, waarover dit verslag loopt,
Zooals in de inleiding van dit verslag is meegedeeld, zal
het bestaande laboratorium worden vergroot. Het voorstel
tot uitbreiding van het laboratorium is door den Minister
van Arbeid goedgekeurd. Verwacht mag worden, dat
binnenkort met de uitbreiding een aanvang zal worden
gemaakt.
Een schatting van de waarde van het bestaande labora
torium en van het perceel Prinsegracht no. 44, dat tot
laboratorium zal worden verbouwd, heeft ingevolge art. 5fe
van het K. B. van 18 Maart 1921, S. 592, door drie deskun
digen plaats gehad. De geschatte waarde bedroeg f 159.625
onderscheidenlijk f 48.000.
Het in gebruik zijnde laboratorium verkeert in zeer
goeden staat.