IV. Beschouwingen omtrent het onderzoek der ten verkoop aangeboden waren. 10 A. Gewone rauwe handelsmelk. J» 93 Gedurende het tijdvak 15 October 1921 tot 1 Januari 1922 werden in de centrale en in de kringgemeenten bemonsterd en onderzocht 1342 monsters volle melk. 93 99 99 99 99 99 stal- of In de hier volgende tabel is overzichtelijk saamgevat het totaal aantal monsters, genomen in elke tot het keurings- gebied ’s-Gravenhage beboerende gemeente, terwijl daarin tevens is opgeteekend het gemiddeld vetgehalte der be monsterde melk in iedere maand, alsook over het geheele tijdvak. De samenstelling der melk is, zooals uit het tabellarisch overzicht blijkt, bevredigend. Het gemiddeld vetgehalte der melk is vrij hoog, wat verklaarbaar is, zoo men weet, dat melk in de wintermaanden zich door een hoog gehalte aan vet kenmerkt. Had de controle zich over een geheel jaar uitgestrekt, dan zouden deze cijfers niet onbelangrijk lager zijn. Vervalschingen van melk zijn desniettemin meermalen geconstateerd en zelfs zeer grove knoeierijen. Zoo werden mengsels van gelijke doelen melk en water hier en daar als volle melk verkocht. Aan een zeven-tal melkverkoopers zijn waarschuwingen gegeven, n.l. twee te ’s-Gravenhage, twee te Monster, één Deze monsters zijn te verdeelen in de volgende groepen: Aantal monsters volle melk op straat genomen 624 aan huis genomen 648 door slijters ingébracht25 bij levering aan slijters40 bij levering aan bakkers4 weidemonsters1 29A VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 924