8
II. Werklieden.
a. Mutatie.
bij Ill
497 werklieden.
23
zoodat op 31 December 1921 in vasten
474 werklieden.
dienst zijn
Op 31 December 1920 waren in vasten dienst bij den
Keinigings- en Ontsmettingsdienst 386 werklieden.
Dit aantal vermeerderde door:
a. vaste aanstelling van:
3 smeden,
1 bankwerker,
1 helper,
2 magazijnknechts,
101 werklieden.
b. overgeplaatst van het Gem. Elec-
trisch Bedrijf in verband met het
overnemen der vuilverbrandings-
inrichting:
1 machinedrijver,
1 werkman-machinist,
1 smid.
en verminderde door:
a. eervol ontslag wegens het
bereiken van den pensi
oengerechtigden leeftijd 6 werklieden
b. eervol onslag met toeken
ning van pensioen wegens
blijvende lichamelijke on
geschiktheid 10
c. overleden5
d. niet eervol ontslagen 1 werkman
e. eervol ontslag op verzoek 1
30 VERSL. GEM. REINIG.-, ONTSM.- EN SCHOONMAAKDIENST.