30 45 De vrye middag bleef op Vrijdag gehandhaafd. Een belemme rende omstandigheid blyft echter op de vrye middagen in den winter de zorg voor het aanhouden der kachels en het treffen van andere voorzieningen in die scholen, welke des avonds nog weer voor allerlei andere doeleinden worden gebruikt. De in 1920 genomen proeven om het oliën der vloeren tot de schoolvacanties te beperken, zijn in dit jaar voort gezet en hebben tot alleszins bevredigende uitkomst geleid, zoodat besloten is deze werkwijze tot alle scholen uit te strekken. Hiermede is in de zomervacantie een aanvang gemaakt. Tengevolge hiervan is het wekelyks schrobben en oliën van 2 lokalen van iedere school, hetgeen tot dusver op de vrije schoolmiddagen plaats vond, vervallen en kon de aldus vrijkomende tijd benut worden voor een extra-schoon- maakbeurt. Hiermede houdt verband de hiervoren genoemde wyziging in den werktijd op de vrije schoolmiddagen. Gedurende de stookperiode, welke voor het seizoen 1920/21 bij het begin der Paaschvacantie eindigde en voor het nieuwe seizoen in November begon, zijn wederom aan de groote scholen voor eenige uren per dag losse hulpkrachten voor de kachel verzorging te werk gesteld. De groote schoonmaak van diverse gemeentegebouwen en der lagere onderwys-inrichtingen, zoomede het wasschen der puien geschiedden op dezelfde wijze als in het vorige verslag is omschreven. Laatstgenoemde werkzaamheden, zoomede het op gezette tijden wasschen van glasruiten en het afnemen en aan brengen van jaloezieën, tochtramen en marquises bleven onderhands opgedragen aan de firma P. C. Berserik. Dit jaar is een aan vang gemaakt met het wasschen van de kappen (houtwerk) van */3 van het totale aantal der gymnastieklokalen. Het is de bedoeling ieder jaar een ander derde gedeelte te behandelen, zoodat alle lokalen om de 3 jaar een beurt krijgen. Ook deze werkzaamheden ge schieden door de firma Berserik. In de Ontsmettingsinrichting zyn dit jaar ten behoeve UITVOERING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 985