42 51 VERSLAG OPENB. EN BIJZ. MIDDELBAAR ONDERWIJS. VERSLAG over 1922 van de Sub-Commissie B van de Commissie van Toezicht op het Middel baar Onderwijs te ’s-Gravenhage. De Commissie, die in den aanvang van het jaar geheel voltallig was, werd gevoelig getroffen doordat haar voor zitter de heer M. M. Couvée haar op 23 April door den dood ontviel. De heer Couvée maakte sedert 9 Mei 1910 deel uit van de toenmalige Commissie van toezicht op den Gemeentelijken Handelseursus en bekleedde sinds 1918 het voorzitterschap der Commissie. Hij voelde groote belangstelling voor het handelsonder wijs en heeft tot den bloei daarvan zeer veel bijgedragen, niet het minst door zijn voorzitterschap der Commissie welke zijn adviezen steeds op hoogen prijs stelde en de aan gename wijze waarop hij de vergaderingen wist te leiden zeer waardeerde. Een tweede verlies leed de Commissie door het bedanken, wegens vertrek uit de Gemeente, van haren secretaris, den heer H. Hijmans. Hij maakte van de Commissie (aanvanke lijk Commissie van Toezicht op den gemeentelijken handels- cursus) deel uit sinds 3 Februari 1908 en heeft steeds de functie van secretaris vervuld, als hoedanig hij, zooals wijlen de heer Couvée zich uitdrukte, de „ziel der Commis sie” was. Met een niet genoeg te waardeeren ijver en met groote werkkracht heeft de heer Hijmans mede tot de ont wikkeling van het Haagsche Handelsonderwijs veel bijge dragen. Het was noode, dat de heer Hijmans van zijn functie die hem lief was geworden, scheidde. Verder nam prof. Volmer ontslag als lid der Commissie, omdat hij door drukke bezigheden zich niet ten volle aan zijn taak als lid der Commissie kon geven. De redenen, die prof. Volmer tot zijn ontslagname noopten kon de Com missie niet anders dan billijken. In de drie vacatures werd voorzien door de benoeming op 7 Augustus 1922 door den Gemeenteraad van de heeren A. van Italië, C. van Doorn en Dr. W. W. v. d. Meulen. Op 31 December 1922 bestond de Commissie dus uit de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 1030