108
f. Schepen.
HOOFDSTUK XIII.
A. Middelen van vervoer te water.
B. Middelen van vervoer te lande.
fl
d. In- en üitklaringen.
Hieromtrent zijn ons geene bijzonderheden bekend.
g. Beederijen, compacten, schippersgilden en
zeemanscollegiën.
Onder 8 van het verslag der Kamer van Koophan
del en Fabrieken treft men aan eene opgave van de
stoomboot- en scheepvaartdiensten, zoomede de markt-
of dorpsschuiten, varende in geregelden dienst, tusschen
deze gemeente en andere gemeenten des Rijks.
Inrichtingen, in verband staande met de uitoefening
van handel en andere bedrijven.
Onder letter e. van dit hoofdstuk treft men daarom
trent eenige bijzonderheden aan.
Omtrent de verschillende spoor- en tramwegen en
omnibusdiensten kunnen wij het volgende mededeelen:
Voor gegevens ten opzichte van het vervoer van
reizigers, vee en goederen tusschen ’s-Gravenhage en
Scheveningen, verwijzen wij naar het gemeenschappelijk
verslag der Hollandsche Ijzeren- en Staatsspoorwegen.
Te ’s-Gravenhage zijn gevestigd drie werven, waar
van twee voor binnenlandsche vaart en herstellingen
en een uitsluitend voor herstellingen. Voor zooveel Sche
veningen betreft verwijzen wij naar het verslag van den
Havendienst (Bijlage no. 16).
e. Werven en Scheepsbouw.
Hieromtrent zijn ons geene bijzonderheden mede
gedeeld.