46 6 VERSLAG GEMEENTELIJKE SCHOOLARTSENDIENST. de buitenlandsche ontdekkingen op dat gebied. De cursus is nu afgeloopen en zal naar ik vertrouw, zijn werking niet missen. Het aantal aangeslotene scholen bleef gelijk. Voorbereidende maatregelen werden echter door samen spreking met de schoolbesturen getroffen om aansluiting der nieuwe R.-K. Parochiale scholen aan de Egelantier straat en de Noordpolderkade te verkrijgen, (deze scholen zijn nog niet in definitieve gebouwen gevestigd) de aan sluiting is begin 1923 tot stand gekomen. In de werkwijze kwam gedurende 1922 geen verandering, steeds meer brengt de schoolartsendienst in toepassing het houden van vaste spreekuren, waarop de moeders die zulks wenschen, met hun kind voor extra onderzoek kunnen ver schijnen. Een aantal kinderen werden door de Schoolartsen Moquette en Mevr. Furstner wederom door middel van de reactie van Pirquet onderzocht op tuberculosebesmetting. De statistische resultaten bij de verschillende leeftijds grenzen verkregen, stemden overeen met de ten vorige jaren verkregene. Een der voornaamste zorgen van den Sehoolartsendienst is de hulp aan zwakke kinderen te verleenen, zoo doeltref fend mogelijk te regelen. In 1922 werd eindelijk de uitzending in gezinsverpleging door de Centrale Commissie voor Uitzending van Neder- landsche kinderen naar buiten, voorzoover de Gemeente ’s-Gravenhage betreft, in handen van den Schoolartsen dienst geconcentreerd. Steeds vluggere bediening kan daar door bereikt worden. Terwijl in 1920 het aantal uitgezonden kinderen 334 bedroeg, was dit in 1921 gestegen tot 561, doch in 1922 tot 912. Teneinde geene stagnatie te veroorzaken en met oog op het feit dat in 1923 wel op een getal van 1200 zal kunnen gerekend worden, werd tot het aanleggen van stamlijsten besloten, waaruit, zoodra het Hoofdkantoor een oproeping doet, binnen enkele dagen het contingent, dat aan den Haag wordt toegewezen, kan geplaatst worden. Hierbij dient ook overwogen te worden, dat het Hoofdkantoor, indien er door een of andere reden snel een aantal uit te zenden kinderen moet gemobiliseerd worden, zich natuurlijk in de eerste plaats tot de afdeeling den Haag wendt, die dus ten allen tijde paraat moet zijn. Bij het opmaken der stamlijsten verleende Dr. G. A. Rade- maker zijn zeer gewaardeerde belangelooze hulp. Niet minder moeten echter de eerste klerk J. G. van der Burch en de vier schoolzusters ten deze genoemd worden. Het is vooral het werk van den eersten klerk die daarvoor weke-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 1155