46 7 VERSLAG GEMEENTELIJKE SCHOOLARTSENDIENST. lijks eenige avonduren beschikbaar stelt, dat de ouder-bij- dragen geregeld binnen komen, hetgeen de geheele instel ling zoo sympathiek maakt. Wel geven Rijk, Provincie, en Gemeente subsidie aan de Centrale Commissie, doch de genoemde ouder-bijdragen vormen toch in ’s-Gravenhage een belangrijk deel van het budget der afdeeling. Winterverpleging, die even goede resultaten heeft, als zomerverpleging, wordt tegenwoordig op ruime schaal toe gepast. Eveneens zond de schoolartsendienst kinderen door middel van de afdeeling ’s-Gravenhage van het Centraal Genootschap voor Vaeantiekolouies naar de huizen van deze instelling. Deze afdeeling kan echter jaarlijks maar iets meer dan 300 kinderen uit zenden, waarvan in 1922 113 door den Schoolartsendienst werden aangewezen. Beduidend was ook het aantal kinderen dat naar eigen familie ten platte lande werd gezonden. Bijna één derde der verpleegden in de ’s-Gravenhaagsche Buitenschool werd op een of andere wijze door den Sehool- artsendienst aangewezen. Medewerking der ouders en onderwijzend personeel. Hier valt in ’t algemeen slechts over te roemen. Terwijl vroeger de z.g. voormalige Burgerscholen eenigszins anders behandeld werdenen de ouders der daarop geplaatste kinderen b.v. geene oproeping tot samenspreking met de schoolartsen ontvingen, is sinds het vervallen der klassi- ficatie van de scholen naar het betaalde schoolgeld, hierin verandering gebracht. Kon men oppervlakkig gesproken, verwachten dat deze ouders het instituut weinig op prijs zouden stellen, uit overweging dat zij veelal een particu lieren geneesheer hadden, deze onderstelling is volkomen gelogenstraft. Op sommige dier scholen kwamen alle moeders met hunne kinderen op het spreekuur. Niet weinig droeg daartoe ook bij de steeds aanwezige medewerking van het Onderwijzend Personeel. Beroepskeuze. Het onderzoek van kinderen, die de school weldra gaan verlaten met het oog op beroepskeuze functioneerde in 1922, in harmonie met het Gemeentelijk Bureau voor Beroeps keuze op de Prinsegracht. Er werden gedurende het afge- loopen jaar 397 gevallen behandeld, n.l. Dr. Pigeaud141 Dr. Moquette97 Mevr. Furstner69 Dr. de Veije90

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 1156