By lage 48
VERSLAG van de Plaatselijke Commissie van Toe
zicht op het Lager Onderwijs over 1922.
Uitvoering gevende aan het slot van lid 3 van artikel 184
der Lager-onderwijswet 1920 heeft de Plaatselijke Com
missie van Toezicht op het Lager Onderwijs te ’s-Graven-
hage de eer hierbij haar verslag uit te brengen over het
jaar 1922.
Daartoe overgaande, moge zij allereerst het volgende op
merken. In de Memorie van Toelichting op het ontwerp
van bovengenoemde wet zegt de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen met betrekking tot de taak der
Plaatselijke Commissiën o.m. het volgende:
„Het komt ondergeteekende voor, dat voor de Plaatse
lijke Commissie een goede taak weggelegd kan zijn, mits
haar bestemming wordt gewijzigd. Eene uitoefening van
toezicht, die kan leiden tot ingrijpen in den gang der
schoolzaken, is z.i. aan de Commissie te onttrekken. Naar
zijne meening behoort deze niet anders te zijn, dan een
raadgevend college, dat zijne adviezen geeft aan het Ge
meentebestuur en het Rijkssehooltoezicht en desgevraagd
ook aan de onderwijzers bijstand kan verleenen. Haar toe
zicht op de scholen zal zich dus dienen te bepalen tot dat
gene, wat voor dit adviseurschap noodig is. Zij zal aldus
een brug vormen tusschen de school en de autoriteiten,
welke het onderwijs ten goede kan komen”.
Ofschoon lid 3 van artikel 184 nog enkele andere punten
opsomt, welke tot de bemoeiingen der Commisie behooren,
zal haar hoofdtaak derhalve bestaan in adviseeren.
Aangezien echter tot heden nog geen enkel advies der
Commissie is gevraagd, kan haar verslag uit dien hoofde
slechts van bescheiden omvang zijn.
Weliswaar zijn ingevolge lid 2 van artikel 179 der wet
drie vijfden of vijftien leden der Commissie bevoegd de
scholen te bezoeken, doch waar het aantal scholen thans
meer dan 250 bedraagt, zou een eenigszins regelmatig
schoolbezoek hetwelk bovendien, zooals in het onge
wijzigd door den Gemeenteraad aangenomen praeadvies
van Burgemeester en Wethouders inzake de instelling van
de Commissie is gezegd, in het algemeen behoort te worden
beperkt niet kunnen worden uitgeoefend en kan van een