49
G
VERSLAG ARCHIEF DER GEMEENTE.
li. Gebruik van de Archieven en verzamelingen gemaakt
door en het verstrekken van inlichtingen aan
Autoriteiten en particulieren.
Vele malen werden ook dit jaar mondelinge inlichtingen
verschaft aan gemeentelijke diensten en ambtenaren.
Zestien rapporten werden door mij gesteld, waaronder
een over den rechtstoestand van het Haagsche Bosch en
een drietal over den afkoop van renten op perceelen onder
scheidenlijk aan de Hooge Nieuwstraat, de Turfmarkt en
den Delftweg ouder Rijswijk. Acht rapporten betroffen
straatnamen hier ter stede en er werden 26 nieuwe namen
voorgesteld. Aanmerkelijk minder dan in 1921 toen dit aan
tal 108 bedroeg.
Op de leeszaal verschenen 144 bezoekers, die samen 779
bezoeken brachten. Het getal der bezoekers is dus sinds
1921 gestegen met 22, dat der bezoeken echter gedaald niet
173. 28 bezoekers kwamen van buiten de stad, 1 van buitens
lands. Juist de helft der bezoekers, dus 72, kwam voor bet
doen van genealogische nasporingen. De andere helft hield
zich bezig met onderzoekingen van allerlei aard. Zoo
werden de in den Haag gevestigde teekenaars en plaat
snijders nagegaan en werd ook naar boekdrukkers gezocht.
De Kerk in de Juffrouw Idastraat, de St. Willibrorduskerk
in de Assendelftstraat, het Pagehuis, het huis hoek Lange
dat plaatsgebrek verhinderde een zoo omvangrijk geschenk
aan te nemen. Er bestond waarlijk geen mogelijkheid het
te bergen en na eenige aarzeling heb ik er met een be
zwaar gemoed toe moeten besluiten, voor het aanbod te
bedanken.
Mag dit nog niet direct tot de verliezen gerekend worden,
wel is dit het geval met een aantal stukken, sinds 1869 in
bruikleen gehouden van het Rijk. Het waren Rekeningen
en Cohieren der gemeene middelen, Cohieren van het
Hoorngeld, Rekeningen van den Impost op de wijnen en
bieren, Journalen van den ontvanger der beschreven mid
delen en Staten der belasting op de Collaterale Successie.
Al deze stukken werden door den Algemeenen Rijksarchi-
varis teruggevraagd.
De verhuizing van de boekerij van het Genootschap „De
Nederlandsche Leeuw” naar ruimer kwaliteit maakte, dat
periodieken en kranten van dit Genootschap, die sedert
verscheidene jaren in een hoek op den zolder van het
archiefgebouw hadden gelegen, konden worden weggehaald.