I 11 c a r F ll thh tjifi pir lil i S S g - g f I 1 I f 1 i Ft 4 I lage 4 LASTING. O P B R K N G II I tt) t+t) •H-H) 1 a s. ir g-s 1§ S I II o I 6,51 i ji h-1 -- in5g! f I. A L G E M E Fj E R Z I C H T. 17 10 13 16 5 3 4 1 hebbende navorderingen over die dienstjaren. rer 1919. over 1920. over 1918. over 1917. Verhoudingscijfer 2.2- over 1921. Het totaal bedrag der belasting was rVICHStfll Navorderings,, f 22.589.670,16 f 10.043.999,15 821.542,88 357.776, f 8.094.956, 954.422,03 Blijft. f 9.089.577,12 Blijft Blijft neel te verleenen ontheffingen. Van de bedragen over 1919 en 193' gaat af hetgeen later zal blyken oninbaar te zijn en 'I I i Primitieve kohieren Suppletoire Forensen n Verhoudings- cijfer 1.3 4- 0.2. Verhoudings- cijfer 2£ 4/m. aanslagen als ge volg v/d. verlenging Verhoudings- cijfer 1,-. f 3.488.227, 4.001.988, 246.964 Verhouding cjjfer 1. - 0,94 1.55 3,6 4,01 4,03 5,87 8,51 506J121 f 7.588.034 B. C. D. 12 f 14,48 20,32 22,11 34,16 58,30 1) Volgens de recapitulatie onder I is het bedrag der voljaarsaanslagen hooger dan de hier Het bedrag is hooger dan vermeld in de verslagen 1917, 1918 en 1919, tengevolge van plaats Art. 17 is in de met 1 Januari 1917 gewijzigde verordening genummerd art. 28. ***1 Art 7 irfrrnrrlörincr jg 6611 pioiitv «arHiral nncrpnrimf'Tl hii dp. Wïiziflfinc* dfi Voor zoover bekend tot 16 Mei 1923. f 4.948.319,24 1.625.538,92 247.444,68: 1.447,- 1.066,— 1.130,— f 6.821.302,84 Navordering 1917 f 7.228.261,75; •f 351.543,43) f 6.876.718,32 A O 3 -o ïb -o 4.839 4.988 6.784 - Nog niet bekend idem J, Oninbaar Art. 7. o h II 3- S 2 f 19.209.886,70 3.246.201,10 Suppletoire kohieren 132.582.36 Forensen js S ?TS '5 15 28.207,53. f 2.962.225,42 9.220.846,55 322.654,40 f 12.505.726,37 g£§ &.S sS C 3 e N 6 7 I f 13.327.269,25 236.987,14 li 4.381,02 4.105,31 5.584,161+) “V-603,77s 3.297,39 --„1.151.95^,792 lijft. f 12.175.310,45 s f 116.959,73 23 762,45 61.929,95 700.751,25 tttt) L 51.018’65 1.502.942,86: Blijft f 21.086.727,30 --•TT,5--nl77-r.~i7rr7S^"- bO C ce 2 S a 18 2,8 3,21 3,24 4,69 S Ifi i ëll <38-3 14 7.228.261,75 6.876.718,.32 o.u^i.uuo.oo i .ooo.vd*t,i<j 13.327.269,25' Nog nlet bekend 22.589.670,16 idem Betreft alleen voljaarsaanslagen met bybehoorende navorderingen, met uitzondering **i iio-zn ),c.riraonn 'ziin hnnaftr dan dip vprmp.ld in hot voricro versiatr. in verband ir 11 [i ven bedragen, omdat op de suppletoire kohieren nog voljaarsaanslagen voorkomen, fade navorderingen na het opmaken van die verslagen. ps ziekte, gebrek aan werk van kostwinners, enz.). f 68,82 1 98,51 101,63 144,16 209,90 S. E 60 5 - 1916 322.081 67.777 f 4.664.780,68 f 4.919.245,43 f 4.644.932,64 1917'334.060 68.943U 6.791.615,24 **1918 344.626' 74.981!„ 7.620.797,01 **1919 365.241 86.551 12.477.463,45 1920,369.611 102.665 21.549.840,38 Af voor ontheffing: A. wegens vertrek overlijden art. 17 reclames f 445.568,65 191.051,14 109.618,27 636.647,90ftt) 69.237,86 50.819,04 f 7.737.17^ Navordering 406.958,91' 1918 77.491,89 l„ 78.285,60 9.568,49 l„ 208.227,27 f) 126.219,37 i„ 7.129,22 if 39. ;„50( 8.094.956,58 7.588.034,73 s 21,7i„ 2.517,—54 i„68l Het bedrag is hooger dan vermeld in de verslagen 1917, 1918 en 1919, tengevolge van plaats Art. 17 is in de met 1 Januari 1917 gewijzigde verordening genummerd art. 28. Art. 7 invordering is een nieuw artikel, opgenomen bij de wijziging der verordening (Ontn< Voor zoover bekend tot 15 Mei 1923. fj Waaronder de door Gedeputeerde Staten verleende ontheffingen ad f 4 893,75. i is n n n n n n M n n v> n n n n 't'TT’f/ „«n u n n n onder de rubriek 1921 zyn gebracht). s i f 515,03 632,83 681,01 .067,— I 726,99 .223,— 895,— k>ld in de kolommen 5 en 6, 16 tot en met 18, die ook betrekking hebben op suppletoire aanslagen. S hebbende navorderingen over die dienstjaren. jt 1921. Navoorde- rihg 1919. jf 79.155,84 L 49.719,90 l„ 5.690,05 art. 28 123.012,07 L 68.013,60 L 25.951,97 art. 7 f 48.233,14 0,98 68.013,60 I 126.219,375| 7 j 8 v/h dienstjaar 1920 f 7.274.584,20 126.604,51 86.585,69 2.556.224,75 (voor zoover bekend tot B n n r. cö én 37 ■o O <p a c Sf M f 48^88^18. 153,01. (Het bedrag aan ontheffingen wegens reclames is groot, omdat de navorderingen 1920/1 21 If 1.896,— 20,6.2.452.— 23,7I„ 2.453,— 27,7|„ 2.466,— >jv’—*-3 van de cj Deze bedragen zijn hooger,” dan die Vermeld in liet vorige verslag, in verband met nog p De navorderingsaanslagen zijn voor 1920 buiten beschouwing gelaten, doch ondergebrad

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 122