9 2 VERSLAG DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING. HOOFDSTUK II. -■h Evenals in 1921 wend ook in 1922 de treilervisseherij, welke in het tijdvak van 1 Januari tot 15 Mei werd uitge oefend, door de overheid gesteund. Deze steunverleening geschiedde door Rijk en Gemeente (thans ieder voor de helft) naar de volgende grondslagen: Bijzondere maatregelen inzake werkloozenzorg. Reeds in het jaarverslag over 1921 werd melding ge maakt van den door de Regeering getroffen maatregel, om over 1922 voor een aantal noodlijdende werkloozen- kassen ten laste van Rijk (2/3 deel) en Gemeente (1/3 deel) te nemen de bedragen, waarmede de totalen der uit- keeringen de totalen der inkomsten (contributiën der leden, vermeerderd met het gewone Rijks- en Gemeente- subsidie krachtens het Werkloosheidsbesluit 1917) zouden overtreffen. Krachtens deze regeling werden echter tevens de uit- keeringen der kassen aan beperkende bepalingen gebon den, zoo wat de bedragen der dagelijksche uitkeeringen als wat den duur dier uitkeeringen betreft. Voor deze gemeente waren de maximum-uitkeeringen per werkdag vastgesteld op: f 2,85 voor gehuwden en kostwinners; f 2,15 voor ongehuwden, niet bij de ouders inwonend; f 1,20 voor ongehuwden, wel bij de ouders inwonend. De duur der uitkeering was voor ieder lid eener kas ge middeld 9 weken per jaar. Van de kassen van arbeiders in de grootere bedrijfs takken vielen onder deze regeling die der fabrieksarbei ders, metaalbewerkers, meubelmakers en transportarbei ders, met dien verstande, dat ten aanzien van de kassen der transportarbeiders bijzondere bepalingen in acht ge nomen moesten worden. Zoo waren voor dezen de maxi mum-uitkeeringen per werkdag vastgesteld op: f 2,50 voor gehuwden en kostwinners; f 1,90 voor ongehuwden, niet bij de ouders inwonend; f 1,voor ongehuwden, wel bij de ouders inwonend, en de duur der uitkeering op ten hoogste 60 dagen per lid per jaar. De bedragen der subsidiën krachtens deze regeling uit gekeerd, zijn voor elk der organisaties afzonderlijk ver meld op den staat aan het eind van dit verslag. Van de totaalkosten ad f 375.900,48 '/2 komt 1/3 deel of f 125.300,16 ten laste der Gemeente.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 216