Bijlage 12
HOOFDSTUK I.
VERSLAG van den toestand en de exploitatie der
Gemeentegasfabrieken over het dienstjaar, 1922.
De fabrieken werden ingevolge Raadsbesluit van 16 De
cember 1879 beheerd door Burgemeester en Wethouders,
bijgestaan door eene Commissie.
Deze Commissie bestond op 1 Januari 1922 uit de heeren:
J. J. Verburg, Prof. C. L. van der Bilt, J. J. van Langen en
L. F. Duymaer van Twist. Als voorzitter was aangewezen
de Wethouder voor de Gemeentebedrijven, de heer A. C. A.
van Vuuren.
In de vergadering van den Gemeenteraad van 4 Septem
ber 1922 werd de Commissie van bijstand in het beheer der
Gemeentefabrieken voor gas- en electriciteit opnieuw en
ongewijzigd samengesteld.
Beheer der fabrieken, enz.
zonder
licht en/of kooktoestellen „0,30
In deze bedragen is de huur van een 3-lichts gasmeter
begrepen.
Ingevolge Raadsbesluiten van 27 November 1919 en 20 Juni
1921 worden de leveringspryzen van het gas door Burge
meester en Wethouders vastgesteld. Zij bedroegen in 1922:
Januari tot en met April 13 ets. per M3.
Mei tot en met December 12
met rabatten voor een maandverbruik over één gasmeter
van 100 tot 300 M3. ad 1 cent, van 301 tot 500 M3. ad 2 cents,
van 501 tot 1000 M3. ad 3 cents en boven 1000 M3. ad 4 cents
per M3.
Voor het gebruik van eene huurinstallatie werd met
ingang van 1 Januari 1922 de vergoeding als volgt geregeld:
voor huur van binnenleiding en toestellen f 0,50 per maand,
zonder 0,40
licht en/of kooktoestellen „0,30