12
17
VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEKEN.
86,19
Particulieren.
Totaal.
r>
meer
1.915.737 M3.
6,12%
32.466.622 M3.
30.583.441
590.447 M3.
557.891
Geineente-
gebouwen.
2.566
4,78%
Gewone meters.
56.219
53.653
In 1922.
In 1921
Op 31 December 1922
31 1921
Over gewone nieters.
Voor verlichting, verwarming, enz., werd over gewoaie
meters af geleverd aan:
32.556 M3.
5,84%
26.145
6,31%
2
Het gemiddeld aantal inwoners was in 1922 363.959, waar
over het gezamenlijk verbruik van particulieren en gemeen-
tegebouwen bedroeg per inwoner 119,45 M3. tegen 115,53 M8.
in 1921.
Het verbruik van particulieren en gemeentegebouwen,
omgeslagen over het gemiddeld aantal gasverbruikers en
meterlichten, bedroeg in 1922 gemiddeld:
Per gasverbruiker. Per meterlicht.
546,48 M3. 86,30 M3.
tegen 532,61 86,19 in 1921.
33.057.069 M3.
31.141.332
-f- 1.883.181 M3.
6,16%
De prijs van het gas voor algemeene doeleinden was van
Januari t/m. April 13 cents per M'1. met kortingen van 1 cent
per M3. voor de hoeveelheid, die boven 100 en tot 300 M3.
per maand over één gasmeter werd verbruikt, 2 cents voor
de hoeveelheid boven 300 tot 500 M9., 3 cents boven 500 tot
1000 M3. en 4 cents boven 1000 M'3. en van Mei t/m. December
12 cents per M3. met de kortingen als bovengenoemd.
Aan nijverheidsbedrijven welke zich verbinden maande
lijks tenminste 6000 M3. gas af te nemen is een rabat ver
leend, van 33*/« ten hoogste 5‘/s cent per M3. bedragend;
dit rabat is met ingang van 1 Februari 1922 verhoogd tot
40 voor de boven 15.000 M3. in een maand verbruikte
hoeveelheid.
Uitgezonderd de reeds genoemde 17 z.g. tusschenmeters
waren bij particulieren en in gemeentegebouwen aanwezig:
Meterlichten.
440.748
414.603