17 7 VERSLAG GEMEENTE-PLANTSOENEN. b. Aanleg. gen bijzonder hadden te lijden, deden zich het afgeloopen jaar niet voor. De bewaking van het wandelpark „Marlot”, ging met ingang van 1 October geheel over in handen van de politie. Uit den gespecificeerden staat, behoorende bij de bedrijfs- rekening (Zie administratief verslag, Art. III der Baten) blijkt, wat voor de Gemeente de kosten zijn geweest van het onderhoud van de verschillende soorten beplantin gen, enz. Het aanleggen van nieuwe plantsoenterreinen en het aanbrengen van nieuwe beplantingen, enz. geschiedde eveneens in eigen beheer, met uitzondering van het maken, leveren en opstellen van eenige hekwerken en het uitvoeren van enkele grondwerken. Van de afzonderlijk in de begrooting opgenomen werken kwam alleen gereed, het hekwerk om de beplanting ter weerszijden van de Valkenboschvaart, langs de Valken- boschkade, tusschen den Loosduinscheweg en de brug bij de Weimarstraat. Met het gereedmaken van het terrein voor het aan brengen eener beplanting langs een gedeelte van den Harstenhoek weg en met de werkzaamheden voor het rooien enz. van de boomen langs de Mauritskade, werd in het najaar een aanvang gemaakt. Het aanbrengen van boombeplanting langs den Bad huisweg, tusschen de Brusselschelaan en de Utrechtsche- straat en langs het gedeelte Stevinstraat, tusschen den Badhuisweg en de Nieuweparklaan, werd nog uitgesteld in verband met eventueele wijziging van het profiel van eerstgenoemden weg, samenhangende met de eleetrificatie van de stoomtramlijn naar Scheveningen. In zijn vergadering van 13 Februari 1922 werd door den Gemeenteraad definitief besloten tot aanleg van het Nieuwepark. tusschen de Haringkade en de Nieuwepark laan, waarbij de keuze werd bepaald op het ontwerp vol gens landschappelijken aanleg. Het ontwerp van het plan van aanleg van het z.g. „Zuiderpark” kwam gereed en kon aan het einde van het jaar, bij Burgemeester en Wethouders worden ingezonden ter overweging, het den Gemeenteraad voor te stellen. Uit den onder a. bedoelden staat (Zie Administratief ver slag, Art. IV der Baten) blijkt, waar o.m. aanlegwerken hebben plaatsgehad, benevens de daarvoor door het bedrijf in rekening gebrachte bedragen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 477