17
11
De Directeur,
P. WESTBROEK.
VIII. Werkverschaffing.
De in het vorige jaar ouder dit hoofdstuk beschreven
werkverschaffing, aan personen behoorende tot de werk-
looze Scheveningsche visschersbevolking, werd ook het ge-
heele afgeloopen jaar voortgezet, evenwel met een kleiner
aantal arbeiders.
Gemiddeld waren hierbij 59 personen per week te werk
gesteld. Ook in het afgeloopen jaar werden zij weder aan
gewezen voor het verrichten van plantsoen- en andere
werkzaamheden van eenvoudigen aard, als b.v. het schoon
maken van wandel- en ruiterpaden, het wieden van glooi
ingen, het vervoeren van zand, alsmede het verleenen van
hulp en het verrichten van sjouwwerk, bij verschillende
door de werklieden der plantsoenen te verrichten werk
zaamheden.
In 1922 werd aan deze werkverschaffing in totaal uit
gegeven f 59.206,85. De door het Rijk (Departement van
Arbeid) hierin te verleenen subsidie, welke met ingang
van 1 September 1921, was teruggebracht van 50 op 25
werd tot laatstgenoemd percentage slechts verleend tot
1 Augustus 1922 en kwam daarna te vervallen.
Bij Raadsbesluit van 23 Januari 1922, bijlage 25 werd voor
deze werkverschaffing op de gemeentebegrooting beschik
baar gesteld een bedrag van f 18.000,welk bedrag tot
het meerdere benoodigde werd aangevuld bij Raadsbesluit
van 26 Maart 1923, bijlage 264.
VERSLAG GEMEENTE-PLANTSOENEN.