Bijlage 18
I. BEHEER.
Het bedrijf der Gemeentewerken werd beheerd door Bur
gemeester en Wethouders, bijgestaan door een Raads
commissie, welke in de vergadering van 12 September 1921
werd samengesteld uit de heeren C. L. de Koning, M.
Vrijenhoek, M. van Steenbergen en A. H. van Deth, terwijl
de heer Mr. P. Droogleever Fortuijn als Voorzitter optrad.
In de plaats van den heer C. L. de Koning werd in de
Raadsvergadering van 12 Juni 1922 als lid der Commissie
benoemd de heer H. C. Silvius.
In de Raadsvergadering van 4 September 1922 werden
tot leden der Commissie benoemd de heeren M. Vrijenhoek,
M. van Steenbergen, A. H. van Deth en H. C. Silvius, ter
wijl in de vergadering van 18 September 1922 mededeeling
werd gedaan van het optreden als Voorzitter der Com
missie van den Wethouder voor Openbare Werken den
heer Mr. P. Droogleever Fortuijn.
II. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
De scherpe concurrentie onder de aannemers, welke in de
2e helft van het vorige jaar was ingetreden, heeft zich in
het afgeloopen jaar nog verder ontwikkeld.
Het aantal gegadigden naar een werk was over het al
gemeen veel grooter dan gewoonlijk het geval was, het
geen wellicht kan worden toegeschreven aan de algemeene
malaise in handel en industrie, waardoor vele werken voor
deze takken van nijverheid niet tot uitvoering kwamen en
verschillende aannemers daardoor genoopt werden een
ander arbeidsveld te zoeken.
De inschrijvingen waren dan ook dikwijls, in vergelijking
met de begrootingen, zoo fel concurreerend, dat het den
schijn had alsof de aannemers tevreden waren, het werk
voor eigen geld, desnoods met eenig verlies, uit te voeren.
De verlaging van de materiaalprijzen schreed ook dit
jaar voort en wel in die mate, dat zelfs enkele prijzen terug
vielen' tot die van vóór den oorlog.
Over het algemeen waren alle gewenschte materialen
aan de markt en konden tot elke hoeveelheid geleverd
worden.
Dit alles was natuurlijk van gunstigen invloed op de
kosten en het verloop der werken, welke, behalve hier en