6
d. Doortrekking Bezuidenhoutscheweg.
Door gebruikmaking van het recht tot voorloopige inbe
zitneming, krachtens art. 54a der gewijzigde onteigenings
wet, kon echter reeds in November 1922 een aanvang
worden gemaakt met den aanleg van het ter plaatse gepro
jecteerde sportterrein nabij den Moerweg.
f. Op 16 October 1922 (Bijlage No. 883) besloot de Raad
o.m. tot kostelooze overname van het Kerkbestuur van de
H. Bonifacius te Rijswijk van een perceel grond aan de
Noordpolderkade, ten einde dit te bestemmen tot open
bare straat.
19 VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
e. Om eventueele bebouwing daar ter plaatse te voor
komen met het oog op het uitzicht op de achtergelegen
R.-K. kerk, werd bij Raadsbesluit van 10 Juli 1922 (Bijlage
No. 607) besloten tot aankoop'van een stuk grond gelegen
aan het Jozef Israëlsplein, hoek Neuhuyskade, groot plm.
375 M2. voor den prijs van f 35,— per M2.
Nadat bij Raadsbesluit dd. 20 Januari 1919 de voorloopige
goedkeuring voor de onteigeningsaanvrage was verkregen,
vond de ter visielegging der onteigeningsbescheiden plaats
van 10 Februari t/m 15 Maart 1919 en volgde de definitieve
goedkeuring bij Raadsbesluit d.d. 12 Mei 1919.
De eindaanwiizing der te onteigenen perceelen geschiedde
bij Koninklijk Besluit d.d. 9 September 1919. Nadat vóór
12 September 1921, den fatalen datum, de onteigening bij
den Rechter was aangevraagd, volgde in 1922 de behande
ling der verschillende zaken. Een overzicht van de resul
taten der onteigeningsprocedures zal intusschen eerst in
een volgend verslag kunnen worden opgenomen.
Nagenoeg gelijktijdig met de evenbedoelde werd de ont
eigening ten algemeenen nutte van het voorplein van het
koffiehuis „Overbosch” behandeld, waarop betrekking
heeft de wet van 22 December 1919.
De voornaamste, hierop betrekking hebbende data zijn:
20 Januari 1919 goedkeuring Raadsbesluit.
6 Mei t/m 14 Juni 1919 eerste ter visie legging.
22 December 1919 Wet tot verklaring van het alge
meen nut.
9 t/m 27 Februari 1920 tweede ter visie legging.
20 April 1920 Koninklijk Besluit.
26 April 1921 Datum, waarvoor de onteigening bij den
Rechter moet zijn aangevraagd.