58 3 2 3 Behandeld werden 630 verzoeken om vrijstelling van den dienstplicht wegens kostwinnerschap. Het aandeel der gemeente in de lichting 1922 bedroeg 938 man, waarvan zijn toegewezen: aan de Landmacht 857 gewone dienstplichtigen Zeemacht 81 In de verlof gangersregisters voor de lichtingen 1914 t/m 1922 zijn in 1922 wegens groot verlof, voor de eerste maal verleend en wegens vestiging in deze Gemeente 1 ingeschrevene 12 ingeschrevenen H 148 1 ingeschrevene 34 ingeschrevenen 36 Het getal ingeschrevenen waarnaar is berekend het aandeel, door de gemeente te dragen in het getal gewone dienstplichti gen voor de lichting 1923, bedroeg. 1883 Tusschen 1 September en 31 December 1922 zijn van de inge schrevenen der lichting 1923 vrijgesteld: wegens broederdienst, voorloopig voor goed kostwinnerschap, tijdelijk het bekleeden van- of wegens op leiding tot een geestelijk of gods dienstig menschlievend ambt, tijdelijk persoonlijke onmisbaarheid, tijdelijk bijzonder geval Gedurende het jaar 1922 zijn van de ingeschrevenen van vorige lichtingen vrijgesteld: wegens broederdienst het bekleeden van- of wegens op leiding tot een geestelijk of gods dienstig menschlievend ambt, voor goed idem, tijdelijk kostwinnerschap, voor goed tijdelijk persoonlijke onmisbaarheid, tijdelijk bijzonder geval In den loop van het jaar 1922 zijn van de ingeschre venen van vorige lichtingen 8 gewone dienstplichtigen van den dienst uitgesloten. 99 99 99 99 99 99 99 99

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 61