79
f 995.39
bedrijf, welke nader door het Rijk zullen worden vast
gesteld.
Van de overige exploitatieuitgaven bleef beneden de
raming „Grond-, waterschaps- en polderlasten”, bedragende
f 21.411,62®, waarvoor f 29.000,was begroot.
Kosten van onderhoud, begroot op f 14.500,bedroegen
f 14.321,15®, of f 187,84® minder dan de raming.
Aan „Diversen”, begroot op f 1.600,—, werd in 1922 betaald:
Licht- en blauwdrukkenf 685,84
Kadasterkosten12,40
Diversen297,15
Taxatiekosten, geraamd op f 1.500,—, vorderden slechts
een bedrag ad f 425— of f 1.075,minder dan begroot was.
Reclame, en advertentiekosten ad f 5.255,32®, Opmetings-
kosten ad f 1.617,08 en Provisie ad f 428,52 bleven respec
tievelijk met f 1.744,67®, f 1.282,92 en f 3.114,30 beneden de
begroeting, die, in dezelfde volgorde, f 7.000,—, f 2.900,en
f 3.542,82 beliep.
Aandeel Algemeene Onkosten (waarin begrepen de in
de begroeting voorkomende post „Rente waarborgsommen”)
en Salarissen, te zamen bedragende f 47.392,57, overschrijden
met f 2.092,57 de begroeting. Deze overschrijding is grooten-
deels te wijten aan de meerdere werkzaamheden, die ten
gevolge van de toename van erfpachtsuitgiften en het zelf
standig afsluiten van vele verhuringen zijn veroorzaakt.
Wat den buitengewonen dienst betreft zij opgemerkt, dat
het nadeelig saldo, zijnde aan het Grondbedrijf te verstrek
ken kapitaal, bedraagt f 2.183.616,76, terwijl de begrooting
met een saldo ad f 980.289,94 sloot, een overschrijding der
halve van f 1.203.326,82. Hierbij zij echter opgemerkt, dat
in de begrooting de post „Kosten van aanleg” uit den aard
der zaak voor „Memorie” is uitgetrokken; aanleg vorderde
in 1922 een bedrag ad f 1.092.751,73.
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. 19
„Assurantiekosten”, geraamd op f 125,—, werden over
schreden met f 85,50 en bedroegen in 1922 f 210,50.