82 De laatstgenoemde reserve betreft kosten voor straataan- leg, begrepen in de ontvangen verkoopsommen, doch welkt? aanleg pas later wordt uitgevoerd. Aangezien de Gemeenteontvanger als rekenplichtig amb tenaar van deze fondsen optreedt, wordt voor specificatie naar het Gemeenteverslag verwezen. (Zie ook onder 4 der activa). Leeningsrente speelterreinenf 615,18 Eveneens ten laste van den gewonen dienst komende rente terzake van schuld wegens aanleg van een speelter rein aan de Beijersstraat. Leeningsrentef 869.038,19 De ten laste van den gewonen dienst komende leenings rente terzake van het complex „Overbelaste Terreinen”, „Rentegevende Eigendommen”, de overbelaste districten IV en VI en voor zoover het batig saldo zulks toeliet, van de districten I t/m III en V. Debet. Aflossingf 86.854,45 Deze aflossing is „kapitaalvorming” door het ten laste van den gewonen dienst gebrachte bedrag terzake van het complex „Overbelaste Terreinen”, de „Rentegevende Eigen dommen overbelast” en wegens het terzake dezer aflossing verschuldigde disagio op de districten I tot en met VI. Disagiof 4.000,45 Disagio terzake van de bijgesohreven aflossing. Het disagio terzake van de bijgeschreven leeningsrente en kosten van aanleg werd geboekt in het debet der reke ningen van de desbetreffende eigendommen. Uitkeering aan de Reserve van Rentege vende Eigendommenf 46.413,68 Overeenkomstig het bepaalde in art. 26 der Verordening op het Grondbedrijf (Verz. 1919 No. 32). Afschrijving op speelterreinen f 488, De vermindering der schuld op „aanleg speelterreinen” door aflossing uit „gewoon” maakt deze afschrijving op de als actief beschouwde „inrichting van speelterreinen” noodig. H. Verlies- en Winstrekening. 19 VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 635