20
III. Verbetering van woningen, onbewoonbaar-
verklaring, enz.
tal reeds bewoond geweest zijnde woningen leeg staat, doch
ook een aantal nieuw gebouwde woningen, te zamen be
dragende 904 of bjjna 2 van het aantal van 47000. Het
aanbod overtreft blijkbaar eenigszins de vraag in deze
categorie. Lettende op de nog in aanbouw zijnde woningen,
mag worden aangenomen, dat deze vrij gunstige toestand
voorloopig zal blijven bestaan.
In de categorie c. is het aantal leegstaande woningen 465,
zijnde 6 a 7 van het aantal van 7000 woningen. Dit hooge
percentage wijst op de geringe vraag naar woningen
boven f 1000,huurwaarde, zulks als een gevolg van de
gewijzigde economische verhoudingen.
Uit vorenstaande blijkt, dat op het oogenblik alleen wo
ningnood bestaat voor de economisch zwakken, die niet
meer dan f 5,huur per week kunnen betalen.
In de becijfering komt niet tot uiting, dat vele ingezete
nen door de omstandigheden gedwongen zijn te wonen in
huizen, waarvan de huur hunne draagkracht te boven gaat,
en dat alzoo in de categorie b. vele woningen verlaten zul
len worden, zoodra in de categorie a. woningen beschikbaar
zullen zijn.
Een groot aantal woningen in de huurwaarde van f 1,50
tot f 4,per week zijn versleten en niet waard om op af
doende wijze verbeterd te worden.
Toepassing van 3 der Woningwet heeft in de meeste
gevallen geen zin, omdat de eigenaren, waar hun de keuze
gelaten wordt te verbeteren of de bewoning te doen staken,
dit laatste zullen verkiezen en alzoo geen ander resultaat
zou bereikt worden dan ontruiming door de betrokken ge
zinnen, welke, in verband met het tekort aan woningen van
geringe huurwaarde, geen onderdak zouden hebben.
Het aantal aanschrijvingen, gegrond op de Woningwet,
bleef dan ook beperkt tot één, waaraan door den eigenaar
volledig gevolg werd gegeven door het verbeteren van een
hofje, bestaande uit 72 woningen.
6
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.