20 9 VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT. IV. Onderzoek van gebouwen en woningen. De Volkslogementen werden éénmaal per drie maanden geïnspecteerd. De eenvoudigste dienen tot nachtverblijf van straat venters, scharenslijpers en bedelaars. De slaapplaatsen zijn niet gescheiden en zijn groepsge wijze verdeeld over eenige groote kamers of zolders. In den regel zijn slechts één privaat en één waschgelegenheid aanwezig. De betere volkslogementen dienen voor ambachtslieden, kooplieden en handelsreizigers. Zij hebben afzonderlijke slaapkamertjes of althans afgescheiden slaapplaatsen, eenige privaten en vrij voldoende waschgelegenheid. On zindelijkheid en besmetting met ongedierte komen weinig voor. Kleine verbeteringen werden in vele gevallen naar dezerzijdsche aanwijzing aangebracht. Waar geen elec- trisch licht in de zalen, in gangen en op trappen aanwezig is, wordt geleidelijk in deze leemte voorzien. Bij eene aanschrijving van Burgemeester en Wethouders werd den eigenaar van het Volkslogement „De Metropool” aan de Gedempte Gracht de verplichting opgelegd ver schillende verbeteringen aan te brengen, in hoofdzaak be treffende goede uitgangen, privaten en waschgelegenheid. De eigenaar verkoos het geheele pand te sloopen en te her bouwen. Hiertoe werd hem de noodige medewerking ver leend. Het bouwwerk is in uitvoering. Overbevolking en ontoelaatbare samenwoning van ge zinnen wordt het meest aangetroffen in de woningen in de oude stad. In sommige gevallen behelpt een gezin zich liever met een paar kamers, tegen Imogen prijs door onder huur verkregen, dan dat het tegen denzelfden prijs eene goede woning aan den buitenkant der stad betrekt. De oorzaali hiervan moet gezocht worden in het gemis aan meubelen en andere benoodigdheden, om eene geheele woning in gebruik te kunnen nemen, gemeenschappelijke belangen van twee gezinnen en de noodzakelijkheid om niet ver af te wonen van de plaats der kostwinning. De laatste omstandigheid wijst op het goed recht van bestaan der hofjes in de oude stad.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 649