20 10 De ouderwetsche opvatting, dat een huwelijk moet worden uitgesteld tot de middelen aanwezig zijn om eene woning te huren en in te richten, wordt door velen niet meer ge huldigd. Jonggehuwden, zonder voldoende middelen, trekken in bij ouders of kennissen, behelpen zich met een zolder of een paar kamertjes en veroorzaken samenwo ningen, welke door den bouw van nieuwe woningen niet opgeheven worden. Verschillende malen is verlangd, dat slaapplaatsen onder trappen, in donkere bergplaatsen en in kasten, ontruimd werden, hetgeen mogelijk bleek door kostgangers te doen verhuizen, of in z.g. mooie kamer bedden te plaatsen. VI. Openbare verlichting. Door Burgemeester en Wethouders werd den eigenaren de verplichting opgelegd tot het aanbrengen van verlich ting in 66 openbare straten, particulier eigendom. In één geval was toepassing van art. 180 der Gemeentewet noodig. In verband met de voortschrijding van de bebouwing werd ten aanzien van 66 openbare straten, gemeente- eigendom, de wenschelijkheid van verlichting ter kennis van het Gemeentelijk Electrisch Bedrijf gebracht. VII. Bouwmaterialen, onderwerpen van technischen aard. Gedurende het verslagjaar werden in het laboratorium onderzocht 207 monsters bouwmaterialen en wel: 75 monsters kalkzandsteen; 47 monsters kalkzandsteenklinkers; 1 monster baksteen; 76 monsters Portland cement; 2 monsters kalk; 2 monsters dakleer; 2 monsters daklak; 1 monster trottoirtegel. V. Zorg voor drink- en werkwater. Het aantal door den Gemeentelijken Keuringsdienst op dezerzijdach verzoek getrokken monsters van drink- en werkwater bedroeg 15. Afkeuring had niet plaats. VERSLAG BOUW EN WONINGTOEZICHT.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 650