20
14
IX. Nieuwe Huurwetten.
de Prinsegracht en de Lange Lombardstraat (Raadsbesluit
van 2 October 1922);
6e. het bouwblok, begrensd door de Reinkenstraat, de
Obrechtstraat, de Koningin Emmakade en de Laan van
Meerdervoort (Raadsbesluit van 2 October 1922).
Ongeveer 12800 vonnissen van de Hnurcommissies, waar
bij de gevraagde huurverhoogingen niet of niet ten volle
waren toegestaan, werden gecontroleerd. Daarbij werden
233 overtredingen vastgesteld, welke door tusschenkomst
van Burgemeester en Wethouders ter kennis van het Open
baar Ministerie werden gebracht; 222 van deze-overtredin-
Bij de vaststelling van binnengrenslijnen van bebouwing
wordt voor diepe bouwblokken, indien de plaatselijke om
standigheden zich hiertegen niet verzetten, eene binnen-
bebouwing toegelaten. Om teleurstelling te voorkomen bij
hen, die later eene binnenbebouwing willen tot stand bren
gen, hebben Burgemeester en Wethouders in hunne ver
gadering van 28 November 1922 regelen vastgesteld, welke
in acht zullen worden genomen, bij het verleenen van de
voor binnenbebouwingen vereischte vrijstelling bij 1 van
art. 26 der Bouw- en Woonverordening.
Bij Raadsbesluit van 13 Maart 1922 werd vastgesteld de
Verordening op het Woningbouwfonds (Verz. No. 7 van
1922). Ten bate van het fonds komen de bedragen, welke
gestort moeten worden krachtens eene voorwaarde, ver
bonden aan eene toestemming, als bedoeld in art. 8c, eerste
lid, der Woningnoodwet. De gelden van het fonds worden
aangewend tot verruiming van de woongelegenheid.
Bij Raadsbesluit van 27 Februari 1922 werden vastgesteld
de Verordeningen, regelende de heffing en de invordering
van een recht voor het loozen van water uit bouwputten
op de riolen der gemeente (Verz. Nos. 32 en 33 van 1922).
Hiermede wordt beoogd het loozen tegen te gaan of ver
goeding te verkrijgen .van de kosten, welke de gemeente
moet maken wegens de bemaling der riolen.
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.