20 20 VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT. XL Organisatie, personeel, huisvesting, enz. G. A. MEIJER. J De Directeur van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht, Van Burgemeester en Wethouders werden ter behande ling ontvangen 4 bij hun College schriftelijk ingekomen klachten over hinder van bedrijfsinrichtingen; de tot den hinder aanleiding gevende gebreken werden opgeheven. Bij den dienst zelf werden 117 klachten over hinderwets- inriehtingen ingebracht. Hiervan waren 38 klachten ongegrond of niet vatbaar voor bemoeiing. In 61 gevallen werden de noodige voor zieningen getroffen; 18 klachten bleven ter behandeling over. De in 1921 begonnen reorganisatie is verder doorgevoerd volgens de in het vorig jaarverslag aangegeven beginselen. In verband met de samenvoeging van politie en brand weer is de taak van de brandweer, voor zooveel deze be trof het aangeven van middelen ter voorkoming van brand, in hoofdzaak overgebracht naar het Bouw- en Woning toezicht. Met de politie-brandweer is niettemin nauwe samen werking blijven bestaan. Het personeel bestond op het einde van 1922 uit 61 amb tenaren en beambten. De verdeeling van den dienst over de drie gebouwen Princessegracht No. 2a en No. 5 en Laan No. 30 gaf ver schillende malen aanleiding tot bezwaren en bleek nadeelig voor een zuinig beheer.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 660