21 2 VERSLAG VAN DE SCHOONHEIDSCOMMISSIE. gunstig advies »5 99 99 99 99 99 99 48 stuks. 19 7 6 B C D 245 stuks. 207 61 168 advies werd uitgebracht op aanvra<geu 7 stuks. 1 1 8 Er deed zich één geval voor van beroep op den Raad, n.l. de verbouwing van het perceel Oude Molstraat 32, waar bij de Raad advies inwon bij de twee afdeelingen der Schoonheidscommissie, die in deze niet betrokken waren bij het afwijzend advies aan Burgemeester en Wethouders. Het nieuwe advies luidde, dat de Schoonheidscommissie zieh niet met het voorgelegde ontwerp kon vereenigen, maar dat zij een goede oplossing voor een verbouwing van den monumentalen geve] niet ónmogelijk achtte. Met een hierna ingediend, verbeterd plan kon de Commissie zich vereenigen. Evenals het vorig jaar kon een groot deel der plannen zonder wijziging niet worden doorgelaten en werden ver scheidene aanvragers verwezen naar een bevoegde kracht. Waar het betrof artikelen van kunstnijverheid, zooals reclameborden, lichtbakken, hekwerken en dergelijke, be wees het Instituut voor Sier- en Njjverheidekunst wederom goeden dienst aan het publiek, dat op aanraden van den Secretaris der Schoonheidscommissie, aldaar advies inwon. Op verzoek van Dr. H. P. Berlage, die er prijs op stelde de ineening der Schoonheidscommissie te vernemen aan gaande de plannen voor den Nieuwen Verkeersweg langs den Hofvijver, deelde zij hem mede, dat h.i. het plan Berlage (1915) de voorkeur verdiende, maar dat zij zich niet zou verzetten tegen een oplossing in den zin van het plan S. werd uitgebracht na wijziging volgens aanwijzing der Commissie: van rubriek A B C D afwijzend van rubriek A 99 99 99 99 99 99 gunstig advies werd uitgebracht op het ongewijzigde project (of gewijzigd volgens aanwijzing van den Secre taris alleen) van rubriek A B C D

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 668