21 door een steenen boogbrug, en deze op aesthetische wijze te doen aansluiten aan de poort. Met het plan om het standbeeld van Koning Willem II te vervangen door een afgietsel van het gipsmodel van het Luxemburgsche ruiterstandbeeld, kon de Commissie zich in haar advies aan Burgemeester en Wethouders niet ver- eenigen, daar zij het als specimen van beeldhouwkunst niet belangrijk genoeg achtte om tot sieraad te strekken van de stad. De vele bouwaanvragen in de laatste tijden van één-ver- dieping-woningen op terreinen, wier omgeving zich daar in aesthetisch opzicht niet toe leent, waren voor de Schoon heidscommissie een gereede aanleiding om terug te komen op haar voorstel van regeling van den bouw, zooals om- cchreven in haar rapport van 15 Juli 1921. Op haar verzoek om deze zaaK mondeling te bespreken met Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Pl. W. en E. noodigde de Wethouder van de Pl. W. en E. haar uit tot ee.n ver gadering, die in Januari 1923 zal plaats hebben 4 VERSLAG VAN DE SCHOONHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 670