22 7 VERSLAG DER BRANDWEER. I „De Seinpost”, Seinpostduin te Scheveningen. Een loodgieter, die met een vuurpot soldeerwerkzaamheden op het dak van dit theater verrichtte zonder eenige voorzorgsmaatre gelen genomen te hebben, veroorzaakte een ernstigen brand. Bij aankomst van de Brandweer trachtte theaterpersoneel, den brand met een der binnenbrandkranen te blusschen, hetgeen hier, door de groote hoogte, niet mocht gelukken. Met een straal van de waterleiding, door de motorspuit werd het vuur gebluscht. 8 Juli. Uitslaande brand in de Zuid-Hollandsche Bier brouwerij aan den Noordwal. Het magazijn, boven de machine kamer gelegen, stond by aankomst van de Brandweer geheel in lichter laaie. De Brandweer rukte, bij het vernemen van den brand, uit met 4 motorspuiten, 3 stoomspuiten, ladder wagen en coupé. Al deze voertuigen werden opgesteld aan het open water en wierpen hun twee en twintig stralen vanaf verschillende punten, in de vuurzee. Door den wind had het vuur zich medegedeeld aan een zolderverdieping, welke gebezigd werd als zakkenbergplaats en waarop verder nog twee rijstpelmachines stonden opgesteld. Het magazijn, zakkenbergplaats en het daaraan grenzend trappenhuis met liftkoker brandde geheel uit. De overige gebouwen, alsook de machinekamer, bekwamen waterschade doch konden voor brandschade gespaard worden. Gedurende den nacht en den daarop volgenden dag moesten de gebouwen evenwel be waakt blijven door 1 Hoofdbrandwacht, met 5 Brandwachts en een motorspuit. 11 Juli. Schilders die, met benzinelampen, de verf af brandden van de daklijst van de Israëlietische- Kerk aan de Wagenstraat, veroorzaakten een zwaren binnenbrand. Met één straal van de waterleiding door de motorspuit werd het vuur gebluscht. 12 Juli. Vermoedelijk door het rooken van een sigaret op het bed, was een zware binnenbrand ontstaan in perceel Amsterdamsche Veerkade 42. De kamer, waarin de brand ontstaan was, brandde geheel uit. Met twee stralen van de waterleiding door de motorspuit en de kleine straal van de motorspuit, bleef de brand beperkt tot bovengenoemde kamer. 14 Juli. Uitslaande brand in perceel Spui 181. Door onbe kende oorzaak was in dit perceel een brand ontstaan, welke zich zeer snel had uitgebreid. Weldra sloegen de vlammen uit het dak en de ramen. De Brandweer pakte den brand direct aan met vier stralen van de waterleiding, door de motorspuiten, waardoor de brand beperkt bleef tot genoemd perceel. 25 Juli. Vermoedelyk was broeiing van mot oorzaak van een uitslaanden brand in een motschuur aan de Weststraat 303.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 682