I
I
22
9
VERSLAG DER BRANDWEER.
Het Brandweercorps bestond op 31 December uit:
1 Commandant, 1 Eerst aanwezend Brandmeester, 1 Eerste
Brandmeester, 4 Brandmeesters, 1 Hoofdmachinist, 1 Telegra
fist, 1 Eerste klerk, 1 Machinist, 28 Hoofdbrandwachts,
4 Hulpmachinisten, 6 Hulptelegrafisten, 107 Brandwachts.
Op hun verzoek werden eervol ontslagen: 1 Hoofbrand-
waeht-post-commandant, 1 Hoofdbrandwacht, 1 Telegrafist,
4 Brandwachts, 1 Eerste klerk en 1 Schrijver.
Ontslagen is 1 Brandmeester-Telegrafist. Overleden zijn
2 Brandwachts.
In verband met de reorganisatie werd op 16 Januari, 1
April, 1 September en 1 October het volgende Brandweer
personeel op wachtgeld gesteld: 3 Brandmeesters, 3 Hulp-
maehinisten, 3 Hoofdbrandwachts, 1 Hulptelegrafist en 61
Brandwachts.
Den len Januari werd, volgens de reorganisatieplannen,
de eerste wagen van den Hoofdpost Rijswijkscheweg bemand
met Politiepersoneel, terwijl daarna het tweede uitrukkende
voertuig van dien post overgebracht werd naar het Centraal
Brandweerstation
Den len April werd, eveneens volgens de reorganisatie
plannen, de eerste wagen van den Hoofdpost Scheveningen,
bemand met Politiepersoneel, terwijl de tweede wagen (auto
mobiel stoomspuit) bemand bleef met Brandwachts tot den
23en October, op welken datum óók dit tweede voertuig
geplaatst werd in het Centraal Station.
Aan beide bovengenoemde Hoofdposten werd doorgegaan
met het africhten en oefenen en met herhalingsoefeningen
van het voor den Brandweerdienst aangewezen Politieperso
neel. Deze oefeningen en het africhten geschiedden door
daartoe aangewezen Hoofdbrandwachts onder leiding van
een brandmeester.
Het totaal aantal ziektedagen der manschappen bedroeg
in het verslagjaar 3343. Het grootst aantal zieken op één
dag was 44 (tweemaal), op 61 dagen werden 8 en op 6 dagen
7 zieken geteld; op 6 dagen was er geen enkele zieke.
Het gedrag der manschappen was, behoudens enkele uit
zonderingen, goed. De oefeningen met blusch- en redmate-
riaal, met den kraanwagen en de motorspuiten, hadden
geregeld plaats.
Het toezicht op de bluschmiddelen in de Rijks- en Gemeente-
gebouwen had geregeld plaats, terwijl doorgegaan werd met
het onderrichten van Hoofdbrandwachts en Brandwachts in
IV. Personeel en oefeningen.