3
’s-Gravenhage, 15 April 19^5.
W. W. v. d. Medlen, Voorzitter.
J. van Oest, Secretaris.
heden en trouwe opkomst, wil het Bestuur gaarne brengen.
Het onvolledig invullen der goedkeuringsbiljetten kwam
sporadisch voor. In tegenstelling van het verslagjaar 1921,
was dit zeer goed.
Toch wordt den leden nog eens onder de aandacht ge
bracht, om de aangebrachte coupures, zoo duidelijk moge
lijk, èn op de goedkeurings- èn op de voorloopige goed
keuringsbiljetten te willen omschrijven.
Dezerzijds bestaat een goede verstandhouding en samen
werking met de Centrale Recherche, alhier. Iedere week
ontvangt zij eene opgave van het secretariaat van de Bios-
coop-Directeuren, die wèl en die niet laten keuren, benevens
mededeeling van den uitslag der gehouden keuringen, t.w.
het oordeel der Sub-eommissiën over de gekeurde films.
De verhouding tusschen het Bestuur van en de leden
der Bioscoop Commissie ter eene zijde en die der Bioscoop-
Directeuren ter andere zijde, is zeer goed. Conflicten kwa
men dit jaar* niet voor.
Evenals het vorige jaar, was de Commissie vertegen
woordigd, nu door vijf afgevaardigden, op de Algemeene
Vergadering der Bioscoop-Commissiën in Nederland, dit
jaar gehouden te Utrecht op 25 Juli 1922.
VERSLAG DER GEMEENTELIJKE BIOSCOOPCOMMISSIE. 25