27
Doodsehouw.
ff
Verrichtingen van hygiënisch-sanitairen aard.
ff
ff
ff
ff
ff
1
3
1
7
2
2
3
7
3
1
ff
ff
ff
ff
ff
25
VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.
Sterf teverhoudingen.
Waar het hierbij uit den aard der zaak om meer alge-
meene verrichtingen op het gebied der Volksgezondheid
gaat, volgen eerst eenige sterftegegevens.
Deze bevestigen den gunstigen roep, die van onze Ge
meente uitgaat, wederom volkomen. De sterfte in haar
geheel bedroeg toch over 1922 slechts 9,78 per duizend
bewoners tegen 11,45 voor het Rijk. Ook de zuigelingen
sterfte vertoont zeer gunstige verhoudingen. Ze beant
woordt aan het cijfer 38,56 tegen 67,31 voor het Rijk.
Besmettelijke ziekten.
Hieronder volgt een staatje van aangiften van besmette
lijke ziekten, welke zijn genoemd en aangeduid in de Wet
geadviseerd op 50 aanvragen tegen 56 in het vorig jaar,
waarvan 34 ten behoeve van personen in dienst der Ge
meente en 16 op voordracht van den Dienst voor Maat
schappelijk Hulpbetoon.
Deze verrichtingen vormen met inbegrip van de na dit
hoofdstuk te behandelen werkzaamheden een meer aparte
taak voor den dienst, die inzonderheid zijn karakter van
gezondheidsdienst doet uitkomen.
De officieele doodsehouw, neventaak voor de z.g. kontro-
leerende geneeskundigen, die daartoe afzonderlijk beëedigd
zijn, wordt uitsluitend verricht op uitnoodiging der Poltie.
In het afgeloopen jaar vond zij 39 maal plaats, tegen 49
maal in 1921.
De oorzaak van den dood moest worden toegeschreven:
9 maal aan verdrinking.
gasverstikking.
levenlooze geboorte.
vergiftiging.
hartverlamming.
schedelbreuk.
overrijding.
ophanging.
onbekende oorzaak.
ouderdomsgebrek.
schotwond.