29 16 VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN. Of de in deze circulaire gegeven wenken door de meeste veehouders ter harte zijn genomen, moet ten zeerste worden betwijfeld, omdat de resultaten verkregen bij een controle op den reinheidsgraad der afgeleverde melk verre van be vredigend waren. In gevallen, dat de afgeleverde melk zeer sterk verontreinigd was, werd zij ongeschikt geacht voor inensehelijk voedsel en buiten consumptie gebracht. Reeds in vorige jaarverslagen is herhaaldelijk gewezen op den schandelijk onreinen toestand, waarin melk door veehouders wordt afgeleverd. Levert het reinhouden van de staarten bezwaar op, scheert ze dan kaal en bindt ze op, want losse staarten hangen vaak in de mest en verontreinigen het lichaam. 3e. Reinigt voor het melken de uiers. Hierdoor voorkomt ge, dat vuil in de melk komt. 4e. Melkt met schoone handen en met schoone kleeren. De handen moeten voor het melken goed met zeep en borstel gereinigd worden. De kleeren moeten zóó zijn, dat ze gemakkelijk door wasschen zijn te reinigen, dus b.v. ka toenen jassen. 5e. Vangt melk van koeien met ziekten afzonderlijk op en brengt deze niet in den handel. Dergelijke melk kan na gekookt te zijn als varkensvoer gebruikt worden. In geen geval mag zieke melk aan de handelsmelk worden toegevoegd. 6e. Reinigt het vaatwerk niet met slootwater of slecht putwater. Beschikt ge niet over ander water, kookt het Water dan en spoelt uw vaatwerk met gekookt water na. 7e. Brengt de melk na het melken onmiddellijk buiten den stal op een zindelijke koele plaats en filtreert ze. Mocht niettegenstaande Uwe voorzorgen toch eeuig vuil in de melk zijn gekomen dan is het noodig de melk dadelijk na het melken te filtreeren. 8e. Plaatst dieren met ziekten of kwalen afzonderlijk. Dit is noodig om besmetting der overige dieren te voor komen. Gij handelt dan in het belang van Uw veestapel. Wie deze voorschriften nauwgezet in acht neemt, werkt, zooals hij tegenover zich zelf en de gemeenschap verplicht is te doen. Wie deze voorschriften nalaat, handelt onverantwoor delijk tegenover zijn medemenschen, zoodat er niets on billijks in gelegen is, zoo hij daarvoor wordt gestraft.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 803