29 37 VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN. S. Bouillon en Vleeschextract. Verschillende partijen bouillonblokjes, waarin geen aan toonbare hoeveelheid vleeschextract was verwerkt, zijn afgekeurd. Wat de vleesehnatproducten betreft, hiervan worden, volgens een overeenkomst, getroffen door het college van directeuren van keuringsdiensten en fabrikanten van deze artikelen, onderscheiden drie soorten: lo. vleeschextract, het dikvloeibare, bijna vaste extract, verkregen door vleesch, waaronder te verstaan is spier weefsel, met water uit te trekken en het verkregen uittreksel in te dikken. 2o. geconcentreerde bouillon zijnde alle andere vloeibare producten die vleeschnat bevatten. 3o. consommé zijnde alle bij 15° C. geleiachtige, volkomen heldere vleeschaftreksels, die bestemd zijn in onverdunden toestand te worden genuttigd. toevoeging van conserveermiddelen andere dan keuken zout en salpeter en van kunstmatige kleurstof, terwijl in geval meel (zetmeel) aanwezig was, de hoeveelheid daarvan werd bepaald. Tegen een slager werd proces-verbaal opgemaakt, omdat hij Geldersehe worst verkocht met belangrijke hoeveelheden zetmeel, terwijl talrijke slagers, die worst verkochten met minder groote hoeveelheden meel een waarschuwing is ge geven. Ook bereiders van worst, die van boorzuur als con serveermiddel gebruik maakten, werden gewaarschuwd. In het midden van dit jaar verscheen in de Staatscourant een Koninklijk besluit (6 Juni 1922) tot uitvoering van het tweede lid van artikel 2 en van het derde lid van artikel 6a van de Vleeschkeuriugswet, waarin is aangegeven, welke stoffen bij de bereiding van vleeschwaren mogen worden toegevoegd. Hierbij is o.a. bepaald, dat zetmeel slechts in worsten, die gekookt zijn, mag zijn toegevoegd tot een hoe veelheid van twee procent (watervrij zetmeel), terwijl andere conserveermiddelen dan keukenzout en salpeter, dit laatste tot geen grootere hoeveelheid dan 0,2 procent, bij de bereiding niet mogen worden gebruikt en evenmin kunst matige kleurstoffen. Dit besluit heeft in de samenstelling der worst verbete ring gebracht. Althans in de tweede helft van dit jaar, werd in de gekookte worst in het algemeen niet meer dan 2 procent watervrij zetmeel gevonden, terwijl in ongekookte worst geen of uiterst geringe hoeveelheden zetmeel werden aangetroffen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 824