30 Bijlage Commissie. Algemeene beschouwingen. Nadat reeds in 1920 de uitvoering van den Reinigings dienst belangrijk werd ingekrompen, teneinde de kosten, verbonden aan de invoering van den 8-urigen werkdag en de loonsverhoogingen, zooveel mogelijk te beperken, werd in het begin van dit jaar wederom, ten einde tot verdere bezuiniging te geraken, tot een nieuwe vrij belangrijke inkrimping van de werkzaamheden overgegaan. Uiteraard kon deze inkrimping slechts toegepast worden op het eenige elastische gedeelte van dezen dienst, n.L de straatreiniging en -besproeiing. De andere werkzaam- De samenstelling der Commissie van Bijstand onderging verandering door het overlijden op 23 April 1922 van het Raadslid den heer M. M. Couvee Jr. en de niet herbenoe ming als lid der Commissie in September van het Raadslid mevrouw G. W. BleuminkLouman. De in September nieuw samengestelde Commissie bestaat uit den heer Wethouder A. C. A. van Vuuren als voorzitter en de Raadsleden de heeren J. J. van Langen, Dr. W. W. v. d. Meulen, C. Vrolijk Jzn. en mevrouw J. J. van Eijkel Nobel als leden, terwijl als secretaris werkzaam bleef de heer Mr. Dr. J. H. Labberton, Referendaris ter Gemeente secretarie. VERSLAG betreffende den toestand en de werking van den Gemeentelijken Reinigings-, Ontsmet- tings- en Schoonmaakdienst van ’s-Gravenhage over het jaar 1922.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 839