6
IT. Werklieden.
waren
1
10
c.
2
17
99
457 (474) werklieden.
206 (170)
99
132 (132)
99
van 1 nog in tijdelijken dienst) tot machinist B en 1 2e
klerk tot administratief ambtenaar A, terwijl aan twee 2e
klerken een extra periodieke weddeverhooging is toegekend.
Met ingang van 1 Januari trad wederom eene nieuwe
salarisregeling voor de ambtenaren in werking, waarbij de
tot dusver (in 1921) toegekende duurtebijslag in vaste wedde
is omgezet en waarmede nogmaals een wijziging van en
uitbreiding met verschillende titels gepaard ging.
De dienstkleeding voor de ambtenaren werd afgeschaft.
2
2
zoodat op 31 Dec. 1922 in vasten
dienst zijn
In 1922 werden geen werklieden
vast aangesteld.
Verder zijn op 31 December in
tijdelijken dienst:
a. bij den Reinigingsdienst
b. bij den Schoonmaakdienst
voor den dienst der lagere
scholen en bewaarscholen
30 VERSL. GEM. REINIG.-, ONTSM.- EN SCHOONMAAKDIENST.
a. Mutatie.
Op 31 December 1921 waren in vasten dienst bij den
Reinigings- en Ontsmettingsdienst 474 werklieden.
Dit aantal verminderde door:
a. overlijden
b. eervol ontslag met toeken
ning van pensioen wegens
blijvende lichamelijke on
geschiktheid
eervol ontslag wegens het
bereiken van den pen
sioengerechtigden leeftijd
d. eervol ontslag op verzoek
e. bevordering tot ambte
naar