31 11 D. Begraafplaatsen. Niets te vermelden. 3. Verschillende zaken. Onze Commissie wendde zich hij schrijven van 10 Juni tót Burgemeester en Wethouders met verzoek maat regelen te willen nemen tegen den grooten overlast van opwaaiende stof van de ruiterpaden, in ’t bijzonder die van Zorgvliet en langs den Raamweg, die ook door militairen worden bereden. Hierop werd het volgende antwoord ontvangen: „Het is juist dat van de ruiterpaden in dezen drogen „tijd veel overlast ondervonden wordt. Voorzoover het „practisch mogelijk is worden deze besproeid, zooals in „Zorgvliet, Nieuwe Parklaan e.a., hetzij door middel van „den Autosproeiwagen of met slangen, doch het ruiter- „pad langs den Raamweg kan door zijn ligging aan den „buitenkant en door afwezigheid van brandkranen noch „op de eene noch op de andere wijze behandeld worden. „In verband hiermede zal nog eens worden getracht „het kwaad te bestrijden door een stofhindend middel of schoon daarvan geen groot effect te verwachten is.” In het gunstig rapport over de werking van het toestel Cotrell voor rookznivering vond onze Commissie aanlei ding andermaal hare aandacht te wijden aan de kwestie der vuilverbranding en den hinder van vliegasch in onze gemeente. Het was haar echter niet gegeven een volledig over zicht te krijgen van de werking van den vliegaschvanger systeem Bartl, in gebruik bij onze Gemeentereiniging, omdat de daarbij behoorende stofzuiginstallatie nog niet gereed was en dus een vergelijking van de resultaten niet mogelijk. Zoodra wij het ons toegezegde bericht hebben ontvangen, dat de installatie geheel gereed is, hopen wii op deze zaak terug te komen. 2. Lompen- en beenderenbewaarplaatsen. Een klacht over stank van een beenderenbewaarplaats in de Looyerstraat werd door Bouw- en Woningtoezicht in behandeling genomen, doch ongegrond bevonden. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 904