31
14
Bij Uwe missive van 28 November 1922, Ag. Nr. 24407/42,
afd. O.W. 1., werd door Uw College om advies in handen
onzer Commissie gesteld een voorstel betreffende gedeel
telijke herziening van het bestaande uitbreidingsplan
dezer gemeente naar de zijde der Laakwjjk.
Den aanhef van dat schrijven las de Commissie met
groot leedwezen. Daaruit bleek haar toch, dut de Raad
dezer gemeente in zijne vergadering van 12 Juni j.l. zich
reeds in beginsel vereenigd heeft met het door Uw Col
lege overgelegd voor-ontwerp (teekening B en B 1) tot
wijziging van het bestaande uitbreidingsplan (teekening
A) tusschen de Laak en de Broeksloot (Laak wijk).
Tegen deze wijze van handelen meent de Gezondheids
commissie zich ernstig te moeten verzetten.
Waar de wetgever in bepaald aangegeven gevallen het
hooren der Gezondheidscommissie heeft gewild, betee-
kent dit, dat hij van oordeel is, dat zij iets belangrijks te
zeggen zou kunnen hebben en dus van haar advies kan
worden partij getrokken.
Hier echter gebeurt het juist averechts en wordt onze
Commissie gehoord, wanneer feitelijk reeds voldongen is,
waarop de wetgever van meening is, dat zij haren in
vloed moet kunnen doen gelden.
Het zou der Commissie zeer aangenaam zijn, indien
voor het vervolg hare rechten niet worden voorbijgegaan,
doch overeenkomstig den geest der wet streng geëerbie
digd in dier voege, dat zij zóó tijdig wordt gehoord, dat
zij in staat is haar opmerkingen voor den Gemeenteraad
te brengen, alvorens deze zich reeds door een beginsel
besluit gebonden heeft verklaard.
Het plan zelve werd aan eene deskundige Sub-Com-
missie ter toetsing gegeven en het is onze Commissie
hoogst aangenaam Uw College te kunnen mededeelen,
dat die Sub-Commissie, wier oordeel onze Commissie
overneemt en tot het hare maakt, het voorstel, immers
als zoodanig vat zij het beginselbesluit op eene belang-
Nr. 3407.
Onderwerp: ’s-Gravenhage, 8 December 1922.
Herziening Uitbreidingsplan
„Laakwijk”.
VERSLAG DEK GEZONDHEIDSCOMMISSIE.