31
16
F.
Toen het Gemeentebestuur in zijn brief van 9 December
1921 aan den Minister van Arbeid had kennis gegeven
van zijn voornemen om de Gezondheidscommissie slechts
dan over woningbouwplannen te raadplegen, wanneer
zich daarbij bijzondere vragen van hygiènischen aard
voordeden, bleek de Minister in zijn antwoord van 28 De
cember 1921 daarmede in te stemmen. Onze Commissie
kreeg op 13 Februari 1922 kennis van deze gewijzigde
opvatting omtrent de toepassing van artikel 14 der
Gezondheidswet en kwam daartegen onmiddellijk in
verzet, omdat zij meende in hare rechten verkort te zijn
door deze beslissing met zulke vèr-strekkende gevolgen
en zonder in de gelegenheid te zijn geweest zich daar
over te doen hooren. Daar het Gemeentebestuur niet meer
op deze zaak wenschte terug te komen werd een beroep
gedaan op den Minister van Arbeid.
Ook dit bleef zonder gevolg en voor taan zal dus het
Gemeentebestuur zelve beslissen of het al dan niet onze
Commissie wenscht te raadplegen omtrent woningbouw
plannen.
Onze brief aan den Minister van Arbeid werd opge
nomen in Nr. 6 van het Tijdschrift voor Sociale Hy
giëne, 24e Jaargang, onder het opschrift „Een belang
rijke beslissing”, met eenige opmerkingen daarover aan
het slot.
Behandeling van klachten. Verbetering van
woningen. Onbewoonbaarverklaring.
De behandeling der klachten had op de gewone wijze
plaats. Ingebracht werden totaal 280 klachten, waarvan
na voorloopig onderzoek door onzen bouwkundige of door
de daarvoor aangewezen sub-Commissie, in 156 gevallen
de klacht ter behandeling werd doorgezonden naar den
dienst van Bouw- en Woningtoezicht, en wel betreffende:
24 gevallen.
54
15
12
6
5
4
22
Slechte woningtoestand in het algemeen
Gebreken aan rioleering of privaten
Verontreiniging van huis, tuin of plat
Vuile bewoning
Paardenstallen
Hinder van huisdieren
rook
stank
VERSLAG OER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
99
99
99
99
99
99