35 7 VERSLAG VEREENIGING VOLKSBAD. Personeel. A. M. RuyschDoüwes Dekker, Secretaresse. Mr. Dr. F. W. J. G. Snijder van Wissenkerke, Voorzitter. Het personeel deed zijn werk tot tevredenheid van het Bestuur. Aan twee stokers-badknecht werd ontslag’ ver leend, aan een van hen op eigen verzoek. Hunne betrekkin gen werden dadelijk weder vervuld. Op uitnoodiging van Burgemeester en Wethouders werd ter tegemoetkoming aan de vele klachten der Hoofden van Scholen over te geringe hulp bij het baden, het personeel der gemeentelijke badinrichtingen in het begin van het jaar uitgebreid door de aanstelling van helpsters bij de school- kinderbaden hij elk van de schoolbadinrichtingen. Met ingang van 15 Maart werden hiertoe Mej. Meyer geb. Scheen aan de schoolbadinrichting aan de Duinstraat en Mej. Soutendijk aan die aan de Hemsterhuisstraat in tijdelijken dienst aangesteld, terwijl Mej. Joh. Visser in vasten dienstbetrekking aan de inrichting in de Noorder- beekdwarsstraat werd aangenomen. De 2e genoemde moest reeds spoedig na hare indiensttreding wegens ziekte ver vangen en na het verstrijken van haar proeftijd definitief ontslagen -worden. In haar plaats werd met ingang van 1 Juli d.a.v. benoemd Mej. Rensen'geb. Hagendoren. Met betrekking tot de pensionneering van het personeel in dienst der Vereeniging ontving het Bestuur tijdens de bewerking van dit verslag een schrijven van Burgemeester en Wethouders inhoudende dat genoemd College bezwaar heeft tegen het bevorderen van een algemeene regeling als door ons Bestuur voorgesteld. Burgemeester en Wethouders hebben zich echter wel bereid verklaard in elk voorkomend geval, naar aanleiding van een dezerzijds in te dienen voorstel de toekenning te overwegen van een jaarlijksche uitkeering aan uit den dienst der Vereeniging ontslagen personen, alsmede aan weduwen en weezen van overleden personeel der vereeniging. Deze toezegging betreft uiteraard slechts hen, die werkzaam zijn aan een der door de Vereeniging geëxploiteerde gemeen telijke badinrichtingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 950